Op deze pagina:
De Conservatieve Partij had in haar verkiezingsprogramma voor de verkiezingen van het Lagerhuis op 7 mei 2015 opgenomen dat zij een in/uit-referendum wilde organiseren over het Britse lidmaatschap van de Europese Unie. Bij de Lagerhuisverkiezingen verwierf de Conservatieve Partij een meerderheid van de zetels in het Lagerhuis. Vanwege de grote verkiezingswist beloofde premier David Cameron zijn belofte na te komen en een referendum te organiseren.
Het Lagerhuis nam op 28 mei 2015 de European Union Referendum Act 2015 aan. Deze wet maakte het mogelijk dat de regering een referendum kon organiseren. Het Hogerhuis ging op 14 december 2015 akkoord met de wet. In aanloop naar het referendum onderhandelde premier Cameron met de EU over nieuwe arrangementen ten gunste van het Verenigd Koninkrijk.
De staatshoofden en regeringsleiders hadden tijdens een bijeenkomst van de Europese Raad op 18 en 19 februari 2016 afspraken gemaakt over nieuwe arrangementen ten gunste van het Verenigd Koninkrijk. Zie voor meer informatie over de gemaakte afspraken het ECER-bericht hierover.
Naar boven
Het in/out-referendum over het Britse lidmaatschap van de Europese Unie werd gehouden op 23 juni 2016. Het referendum werd met 51,9% tegen 48,1% gewonnen door de partijen die uit de EU wilde stappen. Tijdens een informele bijeenkomst van de Europese Raad op 29 juni 2016 werd het volgende verklaard:
Als gevolg van de uitslag van het referendum zijn de afspraken over nieuwe arrangementen ten gunste van het VK, die op 18 en 19 februari 2016 waren vastgesteld, vervallen. Punt 4 van de conclusies van de Raad luidde namelijk: "Er wordt van uitgegaan dat de gemaakte afspraken ophouden te bestaan indien het resultaat van het referendum in het Verenigd Koninkrijk is dat dit land de Europese Unie verlaat." Het voortbestaan van de afspraken was dus afhankelijk gemaakt van "de uitslag" van het referendum, en niet van een officiële actie van de Britse regering
Meer info