Op deze pagina:
Het terugtrekkingsakkoord is een verdrag tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Hierin verschilt een terugtrekkingsakkoord met een toetredingsakkoord. Een toetredingsakkoord wordt niet met de EU gesloten, maar tussen de bestaande lidstaten en de toetredende lidstaat.
Voor de goedkeuring van het terugtrekkingsakkoord wordt in de Europese Raad (artikel 50) geen unanimiteit of consensus vereist. Een verzwaarde meerderheid volstaat. Één of enkele lidstaten kunnen het terugtrekkingsakkoord dus niet tegenhouden met een veto.
De Raad (artikel 50) besluit met een aangepaste gekwalificeerde meerderheid over de sluiting van het terugtrekkingsakkoord (ten minste 72 % van de leden van de Raad die deelnemende lidstaten vertegenwoordigen waarvan de bevolking ten minste 65 % uitmaakt van de bevolking van alle deelnemende staten, zie artikel 238, lid 3, onder b, EU-Werkingsverdrag ).
Het Europees Parlement moet het akkoord goedkeuren. Het EU-Parlement spreekt zich uit met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen ( artikel 82 Reglement van het Europees Parlement ). Klik hier voor meer informatie over de Brexit en het Europees Parlement.
Het VK mocht niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming over besluiten van de Europese Raad en de Raad die hem betroffen ( artikel 50, lid 4, EU-Verdrag ). Naast de EU moest ook het VK het akkoord volgens zijn grondwettelijke procedures bekrachtigen alvorens het akkoord in werking kon treden.
Naar boven
Op 19 maart 2018 bereikten de EU en het Verenigd Koninkrijk een gedeeltelijk akkoord over de terugtrekking. Één van de grotere openstaande kwesties bleef de Ierse grenskwestie. Wel werd er overeenstemming bereikt over de overgangsperiode, de rechten van EU-burgers, de afwikkeling van de financiële bijdrage en bijvoorbeeld de afwikkeling van lopende douane-procedures op het moment dat de overgangsperiode eindigt.
Op 14 november 2018 werden de onderhandelaars van de EU en het Verenigd Koninkrijk het eens over een terugtrekkingsakkoord en een politieke verklaring over de toekomstige relatie. Elf dagen later, op 25 november 2018, bekrachtigde de Europese Raad (artikel 50) het terugtrekkingsakkoord.
Inleiding
In dit terugtrekkingsakkoord werd overeengekomen dat de overgangsperiode tot 31 december 2020 zal duren. De overgangsregelingen in het terugtrekkingsakkoord hebben betrekking op veel uiteenlopende situaties. Burgers en ondernemingen hebben gebruik gemaakt van hun recht op vrij verkeer en wonen, werken of zijn gevestigd in het VK, respectievelijk een andere lidstaat. Werknemers en zelfstandigen hebben socialezekerheidsrechten opgebouwd. Rekening moest worden gehouden met de consequenties van de terugtrekking voor het Britse personeel dat werkzaam was bij de EU-instellingen, organen en agentschappen.
Daarnaast ontvingen Britse regio's en ondernemingen subsidies uit Brussel. Ook waren er EU-agentschappen in het VK gevestigd en hadden Britse EP-leden een mandaat voor de huidige zittingstermijn. Tevens is de EU internationale verplichtingen aangegaan waarin het VK een eigen aandeel heeft. Het VK is ook zelfstandig partij bij veel zogenoemde gemengde verdragen met derde landen en internationale organisaties, waarbij naast de EU ook de EU-lidstaten partij zijn.
Verlenging
Volgens het akkoord kan de overgangsperiode eenmalig worden verlengd. Hiertoe moet door het Gemengd Comité, dat toezicht houdt op de naleving van het akkoord, vóór 1 juli 2020 worden besloten. Dit biedt het VK de mogelijkheid om meer tijd te vragen om voor het einde van de overgangsperiode een akkoord te bereiken over de toekomstige betrekkingen, inclusief afspraken om een harde grens in Ierland te voorkomen.
De verlenging kan alleen worden toegepast met wederzijdse instemming van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Alle andere voorwaarden inzake de overgang die zijn overeengekomen, blijven van toepassing. Dit betekent dat het recht van de Unie ten volle van toepassing blijft op het VK en dat de instellingen van de Unie, met inbegrip van het Hof van Justitie, ten volle bevoegd blijven.
Gedurende een eventuele verlenging van de overgangsperiode wordt het VK voor wat het toekomstige meerjarig financieel kader betreft vanaf 2021 echter als een derde land behandeld. Wat dat kader betreft, zal het VK aan EU-programma's kunnen deelnemen op basis van de rechtsgrondslagen voor derde landen die zullen worden vastgesteld in EU-verordeningen. Een verlenging van de overgangsperiode vergt een billijke financiële bijdrage van het VK aan de EU-begroting, die dient te worden vastgesteld door het Gemengd Comité.
Eerste uitstel
Na de bekrachtiging van het terugtrekkingsakkoord van 14 november 2018 is drie maal om uitstel gevraagd door het Verenigd Koninkrijk. Artikel 50 EU-Verdrag schrijft namelijk voor dat uitstel moet worden verzocht indien de onderhandelingen niet binnen 2 jaar na het bericht van kennisgeving tot terugtrekking is afgerond. De Britse regering had deze kennisgeving op 31 maart 2017 gedaan. Omdat de deadline van 31 maart 2019 niet werd gehaald, deed de Britse premier Theresa May op 20 maart 2019 een eerste verzoek tot uitstel. De Europese Raad van 22 maart 2019 heeft dit uitstel goedgekeurd.
Tweede uitstel
Bij het eerste uitstel werd afgesproken dat, bij gebreke aan goedkeuring door het Britse parlement van het Terugtrekkingsakkoord, het VK op 12 april 2019 de Europese Unie zou verlaten. May verzocht op 5 april 2019 echter wederom om uitstel. Een uitzonderlijke Europese Raad besloot op 10 april 2019 het VK een flexibele verlenging van de artikel 50-periode te geven. De nieuwe terugtrekkingsdatum was in dat besluit bepaald op 31 oktober 2019, tenzij het parlement van het VK eerder zou instemmen met het in november 2018 gesloten terugtrekkingsakkoord.
Derde uitstel
Op 24 juli 2019 verzocht de Britse premier Boris Johnson de EU om aanpassingen van het akkoord. Deze aanpassingen hadden betrekking op het protocol betreffende Noord-Ierland en Ierland en de politieke verklaring over de toekomstige verhoudingen. De Europese Raad heeft het resultaat van deze onderhandelingen op 17 oktober 2019 goedgekeurd. Op 19 oktober 2019 heeft de Britse regering een derde maal om verlenging verzocht van de artikel 50-termijn. Deze verlenging zou voortduren tot 31 januari 2020. De Europese Raad (artikel 50) heeft via een schriftelijke procedure met eenparigheid van stemmen besloten tot een flexibele verlenging. Het VK heeft met dit besluit expliciet ingestemd.
Definitief akkoord
Op 12 december 2019 werden er verkiezingen gehouden voor het Lagerhuis van het Verenigd Koninkrijk. De Conservatieve Partij van premier Boris Johnson won een ruime meerderheid. Deze partij had de verkiezingen gewonnen met de leuze: Get Brexit Done. Niet veel later werd het terugtrekkingsakkoord goedgekeurd door de EU en het Britse parlement.