Op deze pagina:
In het EU-Verdrag zijn de doelstellingen en beginselen van het externe optreden van de EU opgenomen. Die doelstellingen zijn onder meer dat de Europese Unie bijdraagt aan de vrede, de veiligheid, de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de vrije en eerlijke handel, de uitbanning van armoede, de bescherming van de mensenrechten en de eerbiediging en de ontwikkeling van het internationaal recht (artikel 3, lid 5, EU-Verdrag).
Daarnaast moet het internationale optreden van de EU berusten op en gericht zijn op de wereldwijde verspreiding van beginselen zoals de democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de menselijke waardigheid (artikel 21, lid 1, EU-Verdrag). Verder moet de EU betrekkingen ontwikkelen en partnerschappen aangaan met derde landen en mondiale, internationale en regionale organisatie die de EU-beginselen voor het internationale optreden delen. Met de naburige landen moet de EU bijzondere betrekkingen ontwikkelen (artikel 8 EU-Verdrag).
Om uitvoering te kunnen geven aan deze doelstellingen, beginselen en verplichtingen is de Europese Unie (EU) bevoegd op een aantal beleidsterreinen, die u hieronder in de inhoudsopgave kunt vinden.
Naar boven
Het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) heeft een aparte status binnen het extern beleid van de EU.
