Inleiding
Het verbod op het verlenen van (onrechtmatige) staatssteun komt voort uit de omschrijving van staatssteun in artikel 107, lid 1 EU-Werkingsverdrag . Volgens deze bepaling zijn steunmaatregelen van EU-lidstaten die aan bepaalde criteria voldoen onverenigbaar met de EU-interne markt. Om na te gaan of sprake is van staatssteun in de zin van artikel 107 EU-Werkingsverdrag dienen daarom bij een steunmaatregel een aantal criteria te worden nagelopen.
Hoofdcriteria staatssteun:
Mede op basis van EU-recht en rechtspraak kan de volgende omschrijving van staatssteun worden aangehouden.
Staatssteun is:
- Iedere vorm van een voordeel;
- met staatsmiddelen bekostigd;
- dat is toe te rekenen aan de staat;
- en dat selectief is;
- verstrekt aan één of meer ondernemingen of een andere vorm van productie;
- waardoor de mededinging op de EU-interne markt wordt vervalst, of dit dreigt te gebeuren;
- en het handelsverkeer tussen de EU-lidstaten nadelig wordt beïnvloed.
Om van een steunmaatregel in de
zin van artikel 107, lid 1 EU-Werkingsverdrag te
kunnen spreken, moet aan alle bovenstaande criteria
worden voldaan. Soms loopt de beoordeling van die
criteria door elkaar heen of in elkaar over. Maar
indien een voorgenomen steunmaatregel dus een positief
antwoord op alle zeven gronden oplevert, moet worden
overwogen of, en hoe, de voorgenomen
overheidssteunmaatregel zo kan worden ingericht dat er
geen sprake is van onverenigbare staatssteun of,
indien dat niet het geval is, hoe de maatregel zo kan
worden vormgegeven dat hij wel met de EU-interne markt
verenigbaar is.
Zie voor meer informatie hierover
ook de subonderwerpen van dit ECER-dossier Staatssteun
over Vrijstellingsverordeningen
en kennisgeven van steun en over Verenigbare
steun en aanmelden van steun.
Via de
staatssteunwebsite van de Europese Commissie
(onderdeel Procedures
) kan meer informatie worden
verkregen over de verschillende soorten procedures die
kunnen worden doorlopen om staatssteun goedgekeurd of
verenigbaar te krijgen.
Om te beoordelen of een bepaalde
maatregel als staatssteun moet worden aangemerkt, is
daarom niet alleen de vorm, maar zijn ook de
praktische omstandigheden rond- of de concrete
gevolgen van de steunmaatregel- van belang.
Maatregelen die op het eerste oog niet onder het
staatssteunbegrip lijken te vallen, blijken in de
praktijk soms toch staatssteun in de zin van artikel
107, lid 1 EU-Werkingsverdrag te betreffen. Toetsing
van voorgenomen steunmaatregelen blijft derhalve
maatwerk.
Steunmaatregelen: verschillende vormen
Een steunmaatregel van een
lidstaat kan verschillende vormen aannemen. Zo
kwalificeert niet alleen een (klassieke) subsidie,
maar bijvoorbeeld ook de toekenning van een
belastingverlaging, het kwijtschelden van een schuld
door een overheid, verkoop of verhuur van grond onder
de marktprijs, het om-niet verstrekken van voordeel
door een overheid, het verstrekken van
niet-marktconforme leningen of garanties et cetera als
steunmaatregel die ingevolge artikel 107
EU-Werkingsverdrag onverenigbaar met de interne markt
kan zijn. Deze opsomming betreft een niet limitatieve
opsomming; zie voor meer achtergrondinformatie
bijvoorbeeld ook de (hierna onder kopje
Achtergrondinformatie genoemde) Handreiking
staatssteun voor de overheid (2016).
Het is
daarom zaak om bij (de inrichting van) een
steunmaatregel van een EU-lidstaat (bijvoorbeeld een
steunmaatregel van de rijksoverheid) de bovengenoemde
7 gronden na te lopen om na te gaan of de concrete
steunmaatregel kwalificeert als een steunmaatregel en
als (onverenigbare) staatssteun in de zin van artikel
107, lid 1 EU-Werkingsverdrag.
Achtergrondinformatie bij de uitleg van staatssteuncriteria
Ten behoeve van de uitleg van de verschillende criteria kunnen diverse naslagwerken worden geraadpleegd.
Zo zijn er door de Europese Commissie diverse toelichtingen beschikbaar gesteld die behulpzaam kunnen zijn bij de interpretatie van staatssteunvraagstukken. Zoals de Mededeling (‘Notion’) over het begrip staatssteun (2016) (zie ook dit ECER-bericht), de Best Practices Code over staatssteunprocedures (2018) maar ook diverse richtsnoeren, verordeningen, handleidingen, de Commissie- website over staatssteun en natuurlijk de verschillende staatssteun-beschikkingen van de Commissie.
Maar ook van
nationale zijde is verschillende handzame achtergrondinformatie
beschikbaar, zoals bijvoorbeeld de
Handreiking
staatssteun voor de overheid
(2016).
Daarnaast speelt de jurisprudentie over staatssteunzaken – onder
meer van het EU-Hof en het EU-Gerecht (zie
CURIA
, en ook meer
specifiek het
Repertorium
staatssteun-rechtspraak van het EU-Hof en EU-Gerecht (alleen in
Franse taal beschikbaar), maar in toenemende mate ook van
nationale gerechten (zie over het belang hiervan onder meer ook
de
website
van de
Commissie)- een belangrijke rol bij de interpretatie van
staatssteun-issues.
Voornoemde Handreiking staatssteun voor
de overheid uit 2016 bevat een samenvatting van voorname
staatssteunjurisprudentie, maar ook bevatten diverse Nederlandse
juridische vakbladen in toenemende mate kronieken
Staatssteunjurisprudentie of annotaties van belangwekkende
rechtspraak.