Strafrechtelijke samenwerking: inleiding en inhoudsopgave

Strafrechtelijke samenwerking: inleiding en inhoudsopgave

Op deze pagina:

Inleiding

Het verdwijnen van de binnengrenzen tussen de EU-lidstaten en de bevordering van het vrij verkeer van personen heeft ertoe geleid dat steeds meer burgers zich naar een andere EU-lidstaat verplaatsen. Door de open grenzen is het voor daders van strafbare feiten ook gemakkelijker geworden om zich naar een andere EU-lidstaat te verplaatsen. Tevens hebben bepaalde strafbare feiten naar hun aard een grensoverschrijdend karakter en is de samenwerking tussen de EU-lidstaten daarbij essentieel. De strafrechtelijke samenwerking binnen de EU beoogt te voorkomen dat misbruik wordt gemaakt van de open grenzen en het vrij verkeer van personen door zich te onttrekken aan een rechtsstelsel van een EU-lidstaat.

De strafrechtelijke samenwerking binnen de EU is gebaseerd op drie pijlers. Ten eerste bepaalt artikel 82, lid 1, eerste alinea, EU-Werkingsverdrag dat de strafrechtelijke samenwerking uitgaat van het beginsel van wederzijdse erkenning. Op grond van het beginsel van wederzijdse erkenning moeten EU-lidstaten zonder verdere formaliteiten de rechterlijke beslissingen en uitspraken van andere EU-lidstaten erkennen. Ten tweede is de strafrechtelijke samenwerking gegrond op de verplichting tot samenwerking tussen de nationale strafrechtelijke autoriteiten (artikel 67, lid 3, EU-Werkingsverdrag). Tenslotte is de EU bevoegd om de wetgeving van de lidstaten te harmoniseren op een aantal expliciet genoemde terreinen (artikel 82, lid 1, EU-Werkingsverdrag). Het gaat dan om de minimale procedurele waarborgen tijdens een strafprocedure (artikel 82, lid 2, EU-Werkingsverdrag) en minimumvoorschriften inzake de strafbaarstelling en sanctionering van bepaalde feiten (artikel 83 EU-Werkingsverdrag).

De EU-lidstaten worden bij de samenwerking en de coördinatie van hun nationale strafrechtelijke autoriteiten bijgestaan door Eurojust (artikel 85 EU-Werkingsverdrag). Naast Eurojust heeft het Europees Openbaar Ministerie een bijzondere rol ten aanzien van fraude met betrekking tot de financiële belangen van de EU. Het EOM kan onderzoek doen naar fraude en zo nodig een vervolging instellen (artikel 86 EU-Werkingsverdrag).

Inhoudsopgave

Het dossier Strafrechtelijke samenwerking vormt een zelfstandig onderdeel binnen het dossier Justitie en Binnenlandse Zaken.