Implementatie

Implementatie

Wanneer Europese regelgeving formeel door de EU-wetgever is vastgesteld, moet deze in veel gevallen door de lidstaten ten uitvoer worden gelegd. De implementatie in nationale wetgeving is aan termijnen gebonden.

Praktische informatie

Bij implementatie kan het format voor een implementatieplan behulpzaam zijn (zie gerelateerde documenten onderaan deze pagina).

Veel Europese wetgeving komt tot stand in de vorm van richtlijnen en moet worden omgezet in Nederlandse wetgeving. Deze omzetting is de verantwoordelijkheid van de betrokken vakdepartementen. Verordeningen gelden rechtstreeks in de Nederlandse rechtsorde en hebben daarom na inwerkingtreding automatisch kracht van wet in Nederland. Een enkele keer moet echter ook daarvoor uitvoeringswetgeving worden opgesteld.

Zodra de tekst van een richtlijnvoorstel beschikbaar is, wordt in de interdepartementale werkgroep BNC onder voorzitterschap van Buitenlandse Zaken een eerstverantwoordelijk departement aangewezen. Dit departement is dan tevens verantwoordelijk voor de omzetting in de Nederlandse wet- en regelgeving. In sommige gevallen zijn daarbij ook één of meer andere departementen betrokken. Deze departementen hebben vanzelfsprekend een eigen verantwoordelijkheid voor de implementatie van het gedeelte van de richtlijn dat toeziet op hun beleidsterrein.

Indien een door de Raad van de Europese Unie vast te stellen richtlijn onderworpen is aan een gewone of bijzondere wetgevingsprocedure waarbij ook het Europees Parlement is betrokken en naar verwachting implementatie behoeft, stelt het eerstverantwoordelijke ministerie binnen een maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld een implementatieplan op. In dat plan wordt aangegeven welke Nederlandse wet- en regelgeving dient te worden aangepast en op welke wijze.

Zodra een richtlijn is vastgesteld en is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU, ontvangt het betrokken departement een brief van Buitenlandse Zaken. In die brief wordt het implementerend ministerie gewezen op de afspraak om in het geval een richtlijn implementatie behoeft door middel van een wet respectievelijk algemene maatregel van bestuur, het voorstel daartoe in beginsel binnen een maand na de bekendmaking van de richtlijn bij de Ministerraad aanhangig te maken. Uit de Aanwijzingen voor de regelgeving vloeit voort dat bij omzetting van richtlijnen in de implementatieregeling geen andere regels mogen worden opgenomen dan voor de implementatie noodzakelijk zijn. Dit om onnodige vertraging te voorkomen.

Deze aanwijzing laat echter onverlet dat in de implementatieregeling aanvullende regels kunnen worden opgenomen voor zover de desbetreffende richtlijn uitdrukkelijk in die mogelijkheid voorziet.

De richtlijnen worden met de implementatietermijnen in een overzicht verwerkt, om de voortgang bij de omzetting te bewaken. Elk kwartaal worden in ICER-I aan de hand van dit implementatie-overzicht de redenen van eventuele achterstanden besproken. Buitenlandse Zaken rapporteert daarover aan de Ministerraad. Ook in Europees verband wordt de vinger aan de pols gehouden: ieder jaar stelt de Commissie het 'Scorebord voor de interne markt' (zie hierboven) samen, waarin wordt aangegeven hoe het met de implementatie in alle lidstaten is gesteld.

Geen of gebrekkige implementatie
Wanneer Nederland een richtlijn niet tijdig of onvolledig omzet of anderszins niet aan zijn EU-verplichtingen voldoet, maakt het inbreuk op de verplichtingen die voor Nederland voortvloeien uit de EU-Verdragen. De Commissie kan dan tegen Nederland een zgn. infractie- of inbreukprocedure starten, wat uiteindelijk kan leiden tot het aanhangig maken van de zaak door de Commissie bij het Hof van Justitie. De procedure kent een administratieve fase waarin de Commissie Nederland schriftelijk om duidelijkheid vraagt en aanmaant om de situatie te herstellen en een contentieuze fase voor het Hof van Justitie in Luxemburg. Zie voor meer informatie onder inbreukprocedures.