Op deze pagina:
Het vrij verkeer van personen vormt al sinds de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in 1957 één van de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. In de beginperiode van de EEG werd het vrij verkeer van personen nog belemmerd door de controles aan de binnengrenzen. Met de totstandkoming van de Schengenruimte werden de controles aan de binnengrenzen tussen de deelnemende lidstaten definitief afgeschaft. Door de afschaffing van de binnengrenzen werd het noodzakelijk om uniforme regels voor het beheer van de buitengrenzen vast te stellen (zie subdossier Grenscontroles).
Door de afschaffing van de binnengrenzen kunnen lidstaten in beginsel niet langer vaststellen of EU-burgers of derdelanders hun grondgebied binnenkomen. Voordat derdelanders het grondgebied van de EU mogen binnenkomen moet worden beoordeeld of zij recht hebben op toegang en verblijf in de EU. Deze beoordeling moet plaatsvinden op grond van gezamenlijke regels inzake asiel en immigratie (zie subdossier Asiel en immigratie). Indien een derdelander het recht op toegang en verblijf heeft verkregen, moeten andere EU-lidstaten deze rechten eveneens erkennen.
Ook voor EU-burgers is het door de open grenzen gemakkelijker geworden om het gezag van een bepaalde EU-lidstaat te ontlopen. Het kan gaan om het ontlopen van vervolging voor vormen van zware criminaliteit of het niet betalen van verkeersboetes. Open grenzen maken het dus ook noodzakelijk dat op het terrein van de rechtshandhaving wordt samengewerkt (zie subdossiers Strafrechtelijke samenwerking en Politiesamenwerking). Tevens moeten EU-burgers er zeker van zijn dat de rechten die zij ontlenen aan het privaatrecht ook in andere EU-lidstaten worden erkend. De samenwerking op het gebied van het privaatrecht voorkomt ook dat EU-burgers zich aan hun privaatrechtelijke verplichtingen onttrekken door naar een andere EU-lidstaat te verhuizen (zie subdossier Burgerlijk recht).
De JBZ-samenwerking wordt binnen de EU ook wel aangeduid als de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.
Naar boven
De JBZ-samenwerking omvat de volgende deelgebieden:
11-09-2024
Op prejudiciële vragen van twee Duitse rechters heeft het EU-Hof geoordeeld dat de nationale rechter, en niet het EU-Gerecht, bevoegd is te oordelen over een besluit tot uitvoering van een geldelijke verplichting van het ...
19-07-2024
De politieke beleidslijnen 2024-2029 die huidige Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bij haar herbenoeming presenteerde, richten zich op een sterkere, verenigde en veerkrachtige Europese Unie. De belangrijkste thema’s ...
26-06-2024
Het verslag biedt onder meer inzicht in de resultaten van het EU-Empactplatform ter bestrijding van criminaliteit op het gebied van politieoperaties die tot arrestaties leidden, inbeslagname van geldelijke middelen en ...