Op deze pagina:
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Rome (1957) vormt bestrijding van discriminatie één van de taken van de Europese Unie. De EU-Verdragen bevatten in eerste instantie bepalingen voor de bescherming tegen discriminatie op grond van nationaliteit en geslacht. Sinds 1999 beschikt de EU ook over bevoegdheden om discriminatie op grond van ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid te bestrijden.
In dit ECER-dossier wordt eerst afzonderlijk ingegaan op de verschillende discriminatiegronden: geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid (zie het ECER-dossier over discriminatiegronden). Vervolgens wordt ingegaan op de (toekomstige) EU-rechtelijke verplichtingen voor nationale gelijkheidsorganen (zie het ECER-dossier over gelijkheidsorganen).
Naar boven
27-11-2024
De verklaring roept onder meer alle lidstaten op om de allereerste EU-wetgeving die eerder in 2024 werd aangenomen om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld doeltreffend te bestrijden - als aanvulling op bestaande ...
25-11-2024
De richtsnoeren geven lidstaten praktische aanbevelingen over het gebruik van EU-fondsen ter versnelling van de overgang van institutionele zorg naar gemeenschapsdiensten en van zelfstandig wonen voor mensen met een. Doel ...
14-11-2024
De richtlijn Europese gehandicaptenkaart en Europese parkeerkaart voor personen met een handicap biedt personen met een handicap tijdens korte verblijven gelijke toegang tot bijzondere voorwaarden of voorkeursbehandeling, ...