C-675/25 Abrazov   

Contentverzamelaar

C-675/25 Abrazov   

Prejudiciële hofzaak

Dit fiche is slechts een samenvatting. De verwijzingsbeschikking is bepalend

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     10 december 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     26 januari 2026

Trefwoorden: Dublin III-verordening, overdrachtsbesluit, Kroatië, slechte gezondheidstoestand, rechterlijke toetsing
Onderwerp: Handvest: Artikel 1, artikel 4, artikel 47; Verordening 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (,,Dublin III-verordening’’): Artikel 27, eerste lid; Verordening 2024/1351 betreffende asiel- en migratiebeheer: Artikel 43, eerste lid onder a en b.

Verzoeker heeft in Nederland een verzoek om internationale bescherming ingediend, terwijl hij dit eerder al in Kroatië had gedaan. De Minister van Asiel en Migratie heeft Kroatië verzocht verzoeker terug te nemen. Dit verzoek heeft Kroatië aanvaard. Het verzoek van verzoeker om internationale bescherming in Nederland is daarom niet in behandeling genomen en de Minister heeft een overdrachtsbesluit genomen. Verzoeker komt tegen dit besluit op en meent dat hij niet overgedragen mag worden omdat dit, vanwege zijn slechte gezondheidstoestand, zou leiden tot een onmenselijke en vernederende behandeling. Verzoeker heeft onder andere suïcidale neigingen. De rechtbank stelt het Hof vragen over de omvang van de rechterlijke toetsing in een geval van een dergelijke (ernstig zieke) vreemdeling. Meer specifiek twijfelt de rechtbank erover of alleen de weerslag van de feitelijke overdracht zelf in deze toetsing moet worden betrokken, of dat ook de weerslag van (het vaststellen van) het overdrachtsbesluit mee moet worden genomen.

Prejudiciële vragen: 
1. Dient artikel 4 van het Handvest, gelezen in samenhang met artikel 47 van het Handvest, artikel 27, eerste lid, van Verordening 604/2013 en artikel 43, eerste lid onder a en b, van Verordening 2024/1351, aldus te worden uitgelegd dat een derdelander slechts kan worden overgedragen in het kader van Verordening 604/2013 en Verordening 2024/1351 wanneer het uitgesloten is dat de weerslag van het overdrachtsbesluit een reëel en bewezen risico inhoudt dat deze derdelander wordt onderworpen aan onmenselijke of vernederende behandelingen in de zin van dat artikel 4 van het Handvest en dat artikel 4 van het Handvest zich er daarom tegen verzet dat de bevoegde nationale autoriteit, waaronder begrepen de rechterlijke autoriteit, de weerslag van het overdrachtsbesluit op de gezondheidstoestand van deze derdelander alleen in aanmerking neemt om te onderzoeken of de derdelander in staat is om te reizen?
2. Dienen artikelen 1 en 4 van het Handvest, gelezen in samenhang met artikel 47 van het Handvest, artikel 27, eerste lid, van Verordening 604/2013 en artikel 43, eerste lid onder a en b, van Verordening 2024/1351, aldus te worden uitgelegd dat de rechterlijke autoriteit die de rechtmatigheid van een overdrachtsbesluit controleert, verplicht is om, zo nodig ambtshalve, vast te stellen dat de overdracht op grond van Verordening 604/2013 en Verordening 2024/1351 absoluut verboden is en niet kan worden opgeschort indien uit objectieve gegevens blijkt dat de opschorting van de overdracht op zichzelf een reëel en bewezen risico zou inhouden op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van de gezondheidstoestand, dan wel onverenigbaar moet worden geacht met de menselijke waardigheid?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-392/22 X tegen Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, C-578/16 PPU C.K. e.a. tegen Slovenië, C-69/21 X tegen Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, C-228/21 Ministero dell’Interno, Dipartimento per le libertà civili e l’immigrazione – Unità Dublino

Specifiek beleidsterrein: AenM