Europese Rekenkamer publiceert speciaal verslag over bestrijding van schadelijke belastingregelingen

Contentverzamelaar

Europese Rekenkamer publiceert speciaal verslag over bestrijding van schadelijke belastingregelingen

Volgens het verslag zijn, ondanks de versterking van de defensieve maatregelen van de EU tegen schadelijke belastingstelsels en belastingontwijking door bedrijven, nog niet alle hiaten gedicht. Aangezien EU-landen zelf verantwoordelijk zijn voor kwesties betreffende directe belastingen, heeft de EU hiermee slechts een eerste verdedigingslinie kunnen bouwen. Omdat de lidstaten de defensieve maatregelen verschillend interpreteren is deze linie bovendien niet waterdicht. Ook ontbreekt een gemeenschappelijk kader om de prestaties te monitoren.

De Europese Rekenkamer (ERK) presenteerde het Speciaal verslag 27/2024 op 28 november 2024. Het is getiteld “Bestrijding van schadelijke belastingregelingen en ontwijking van vennootschapsbelasting — De EU heeft een eerste verdedigingslinie opgezet, maar de wijze van uitvoering en monitoring van de maatregelen vertoont tekortkomingen”. Deze controle bouwt voort op het eerdere speciaal verslag van de ERK uit 2021 over de uitwisseling van fiscale inlichtingen in de EU.

Achtergrond
In de EU wordt het nationale belastingstelsel van elke lidstaat beïnvloed door andere belastingjurisdicties. Vooral wanneer deze belastingvoordelen bieden om bedrijven, particulieren of kapitaal aan te trekken. Een belastingregeling wordt als schadelijk beschouwd als deze nadelige effecten heeft, zoals uitholling van buitenlandse belastinggrondslagen of oneerlijke verdeling van belastingdruk. De Europese Commissie houdt zich voornamelijk bezig met het monitoren, coördineren, harmoniseren en handhaven van de EU-wetgeving. In haar jaarverslag2024 inzake belastingen schat de Commissie in dat het verlies aan belastinginkomsten in de EU als gevolg van winstverschuiving door bedrijven kan oplopen tot wel 100 miljard euro per jaar. De auditors van de ERK onderzochten hoe de Commissie de EU-richtlijn bestrijding belastingontwijking, de vijfde wijziging van de richtlijn betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen (DAC 6) en de richtlijn betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen heeft ontworpen en hoe deze richtlijnen in de periode 2019-2023 zijn toegepast in Ierland, Cyprus, Luxemburg, Malta en Nederland. De controle had geen betrekking op staatssteun aan bedrijven of op specifieke bilaterale overeenkomsten tussen bedrijven en regeringen.

Speciaal verslag
Volgens het verslag maken multinationals steeds handiger gebruik van complexe strategieën voor belastingplanning om hun belastingdruk te verlagen door in te spelen op hiaten en inconsistenties in de belastingstelsels van verschillende landen. Dit soort belastingplanning leidt tot een schadelijke vorm van belastingontwijking door bedrijven. Op Europees niveau kan agressieve belastingplanning resulteren in oneerlijke concurrentie tussen bedrijven en een ongelijk speelveld tussen lidstaten. Aangezien de EU-landen hierdoor veel belastinginkomsten kunnen missen, zijn het uiteindelijk de andere belastingbetalers die de “ontbrekende” inkomsten moeten compenseren door meer bij te dragen. Elke lidstaat houdt echter het recht om zijn eigen belastingwetten en -stelsels te ontwerpen in het eigen belang. Het verslag wijst erop dat de Europese Commissie hierbij alleen kan ingrijpen als de interne markt van de EU mogelijk wordt verstoord.

De belastingwetgeving van de EU wordt verder uitgebreid en houdt in grote lijnen rekening met internationale ontwikkelingen. In de afgelopen jaren zijn er drie nieuwe EU-richtlijnen aangenomen die onder andere tot doel hebben gemeenschappelijke EU-regels op te stellen om stelselmatige schadelijke belastingpraktijken te bestrijden. De Commissie heeft verder echter geen leidraad verstrekt voor de praktische toepassing van die regels. Wanneer lidstaten hiaten en onduidelijke definities tegenkomen, interpreteren zij die verschillend. Hoewel de Commissie er goed op toeziet dat deze richtlijnen worden omgezet in nationale wetgeving, ondernemen de Commissie en lidstaten volgens het verslag weinig om na te gaan of hun defensieve maatregelen ook echt effect hebben. Ook laten brede evaluaties van alle drie de richtlijnen te lang op zich wachten waardoor nog onduidelijk is of deze hun doelen zullen bereiken.

De uitwisseling van informatie over mogelijk schadelijke grensoverschrijdende belastingregelingen is een belangrijk instrument voor EU-landen. Volgens het verslag voeren zij echter weinig kwaliteitscontroles uit op de gerapporteerde informatie, die daarom onvolledig of onnauwkeurig kan zijn. Bovendien maken de lidstaten weinig gebruik van de informatie die ze ontvangen, wat afdoet aan de waarde van automatische uitwisselingen en de strijd tegen belastingontduiking minder effectief maakt. Ook bestaat in sommige lidstaten het risico dat de sanctieregelingen voor niet-naleving van de rapportageverplichtingen niet voldoende afschrikkend zijn omdat de boetes duidelijk te laag zijn.

Wat de schadelijke belastingregimes in de EU betreft, wijst het verslag erop dat lidstaten de preferentiële maatregelen hebben ingetrokken die de Groep gedragscode had aanbevolen. Dit EU-orgaan is gespecialiseerd in de belastingregeling voor ondernemingen. De respijtperioden (te weten zogeheten terugdraaiperioden en “grandfathering”) waren volgens het verslag vaak te lang, waardoor bedrijven langer hebben kunnen profiteren van oneerlijke belastingvoordelen. De lidstaten nemen ook defensieve maatregelen tegen niet-coöperatieve rechtsgebieden buiten de EU, maar hun aanpak is niet uniform.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Europese Rekenkamer
ECER-dossier: Belastingen