In richtlijn 2016/2284 - ook wel de NEC-richtlijn genoemd - zijn voor elke EU-lidstaat nationale emissiereductieverbintenissen vastgesteld voor de periode 2020-2029, en vanaf 2030 verbintenissen die nog ambitieuzer zijn. Deze verbintenissen hebben betrekking op vijf luchtverontreinigende stoffen met aanzienlijke negatieve effecten op de gezondheid van mensen en op het milieu: zwaveldioxide, stikstofoxiden, vluchtige organistische stoffen met uitzondering van methaan, ammoniak en fijnstof.
De NEC-richtlijn trad in werking op 31 december 2016, waarbij richtlijn 2001/81 met ingang van 1 juli 2018 werd ingetrokken. In de NEC-richtlijn is een nieuwe aanpak gekozen als het gaat om emissies: uitgangspunt vormt niet langer de emissieplafonds, waarbij een maximumaantal jaarlijkse emissies in kiloton per verontreinigende stof is geoorloofd, maar emissiereductieverbintenissen, waarbij reductieverplichtingen worden uitgedrukt als percentage van de uitstoot van elke verontreinigende stof in het referentiejaar 2005.
De emissiereductieverbintenissen voor 2020 tot en met 2029 komen overeen met de toezeggingen van de EU en haar lidstaten krachtens het herziene Protocol van Göteborg bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand voor de periode 2020 en verder. Op grond van de NEC-richtlijn worden deze internationale verplichtingen in nationale wetgeving omgezet.
Naar boven