Op deze pagina:
Stimuleringsmaatregelen zijn bedoeld om de samenwerking tussen de EU-landen op werkgelegenheidsbeleid aan te moedigen en dat beleid te ondersteunen (artikel 149 EU-Werkingsverdrag). Die maatregelen mogen niet leiden tot harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de EU-landen (zie ook het ECER-dossier over harmonisatie). Artikel 149 EU-Werkingsverdrag geeft voorbeelden van stimuleringsmaatregelen. Het kan bijvoorbeeld gaan om initiatieven ter ontwikkeling van de uitwisseling van informatie en optimale praktijken op werkgelegenheidsgebied.
De Raad en het Europees Parlement nemen de stimuleringsmaatregelen aan volgens de gewone wetgevingsprocedure. In dit ECER-dossier wordt een (niet-uitputtend) overzicht gegeven van dergelijke stimuleringsmaatregelen.
Naar boven
Besluit (EU) 573/2014 voorziet in het EU-brede netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening (ODA's). Het netwerk bestaat uit de Europese Commissie en de nationale ODA's, en was in eerste instantie ingesteld tot en met 31 december 2020. Om de voortzetting van de activiteiten van het netwerk te waarborgen tot en met 31 december 2027 hebben de Raad en het Europees Parlement Besluit (EU) 2020/1782 aangenomen. Het netwerk moet de in artikel 4 bedoelde (werkgelegenheids)initiatieven uitvoeren. Een voorbeeld daarvan is de ontwikkeling en toepassing van empirisch onderbouwde benchlearning onder ODA's om hun prestaties te vergelijken op gebieden als het terugdringen van de werkloosheid voor alle leeftijds-, gender- en kwetsbare groepen.
Met de vaststelling van Besluit (EU) 2023/936 werd de periode 9 mei 2023 tot en met 8 mei 2024 uitgeroepen tot het Europees Jaar van de vaardigheden. Het hoofddoel van dit initiatief was om bij- en omscholing (van werknemers) in overeenstemming met de nationale bevoegdheden, het nationale recht en de nationale praktijken te bevorderen (artikel 2). Het initiatief beoogde onder meer bij te dragen aan de creatie van hoogwaardige banen in de EU(-landen).