A-G brengt conclusie uit over het verbod om overheidsopdrachten te gunnen aan Russische onderdanen en in Rusland gevestigde entiteiten

Contentverzamelaar

A-G brengt conclusie uit over het verbod om overheidsopdrachten te gunnen aan Russische onderdanen en in Rusland gevestigde entiteiten

Artikel 5 duodecies, onder c), van EU-verordening 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren moet - voor zover daarin is bepaald dat het verboden is om opdrachten en concessies te gunnen of voor te zetten met een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam handelend namens of op aanwijzing van een entiteit als bedoeld in punt a) of b) - zo worden uitgelegd dat dit verbod niet automatisch van toepassing is op de situatie waarin een overheidsopdracht wordt gegund aan een bedrijf van een lidstaat, waarvan twee van de drie leden van de raad van bestuur Russische onderdanen zijn, van wie er een voorzitter en chief executive officer van die onderneming is, en tevens de enige bestuurder van haar moedermaatschappij die 90 procent van haar aandelenkapitaal bezit, en eveneens naar het recht van een lidstaat is opgericht, waarbij geen van deze ondernemingen direct of indirect in handen is van Russische onderdanen of entiteiten als bedoeld in artikel 5 duodecies, lid 1, onder a) of b), van verordening 833/2014. Dat is de conclusie van A-G Medina naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Italiaanse rechter.

Dat is de conclusie van Advocaat-Generaal (A-G) Medina van 26 juni 2025 in zaak C-313/24 (Opera Laboratori Fiorentini SpA).

Deze feitelijke omstandigheden, met name de nationaliteit en de rol van de belangrijkste bedrijfsfunctionarissen en de wezenlijke banden tussen de inschrijver en zijn moedermaatschappij, kunnen volgens de A-G echter dienen als relevante indicatoren die nader onderzoek door de aanbestedende dienst vereisen. Dergelijke elementen kunnen aanleiding geven tot de plicht om te beoordelen of de inschrijver in wezen optreedt “namens” of “op aanwijzing van” een entiteit die onder artikel 5 duodecies, lid 1, onder a) of b), van die verordening valt, inclusief via feitelijke zeggenschap door personen, entiteiten of lichamen die banden hebben met Rusland. Bij die beoordeling moet rekening worden gehouden met alle relevante juridische en feitelijke omstandigheden, met inbegrip van de rol en de invloed van de uiteindelijke begunstigde.

Opmerking : een conclusie van een A-G is een advies aan het EU-Hof. Het EU-Hof is volledig vrij daarvan af te wijken. Het is nog niet bekend wanneer de uiteindelijke uitspraak van het EU-Hof zal verschijnen. Dit kan nog enkele maanden duren. De uitspraak van het EU-Hof zal wel bindend zijn.

Meer informatie:
ECER-dossier: Aanbestedingen
ECER-dossier: Sancties