C-043/13 en C-044/13 Kronos Titan ea
Gevoegde prejudiciële Hofzaken C-43/13 en C-44/13 Kronos Titan e.a.
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier C-43/13 van het Hof van Justitie Klik hier voor het volledige dossier C-44/13 van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 14 maart 2013 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 28 maart 2013 Schriftelijke opmerkingen: 28 april 2013 Trefwoorden: belastingen (energie); douane
Onderwerp: Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit
Kronis Titan, verzoekster in C-43/13, produceert titaniumdioxidepoeder. Voor het bereiken van de chemische reactie is het noodzakelijk dat er toluol in een zuurstofstroom gespoten wordt. Voor het gebruik van toluol geeft verzoekster bij de DouaneAut (verweerster) een bedrag aan energiebelasting aan volgens een bij verweerster bekend tarief. Vervolgens maakt zij bezwaar omdat zij een lager belastingtarief wil krijgen. Omdat toluol niet in de energiebelastingwet voorkomt wordt gebruik gemaakt van het tarief van het naar gebruiksdoel meest nabijgelegen goedje. Het bezwaar wordt afgewezen. Het daaropvolgende beroep wordt door het Finanzgericht toegewezen omdat hij oordeelt dat artikel 2, lid 3, eerste en dere alinea van RL 2003/96 in aanmerking genomen moet worden. De DouaneAut vragen herziening van die uitspraak. In zaak C-44/13 van verzoekster Rhein-Ruhr Beschichtungs-Service gaat het om de productie van coatings. Zij heeft white spirit in vaten aangeschaft en ook hier wordt belastingaangifte gedaan en meteen bezwaar aangetekend. Ook deze stof komt niet voor in de Energiebelastingwet en wordt het belastingniveau van een ander product gehanteerd. Verder gaat de zaak gelijk op met C-43/13.
De verwijzende DUI rechter meent dat het juiste energiebelastingtarief is gebruikt, maar vraagt zich af of de bewoordingen ‘naargelang van het gebruik’ ook op het woord ‘belastingniveau’ kunnen slaan. Hij stelt het Hof (in beide gevallen dezelfde) vraag: Aan het Hof van Justitie wordt de volgende prejudiciële vraag voorgelegd: „Vereist artikel 2, lid 3, van richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit, bij de belasting van andere energieproducten dan die waarvoor in de richtlijn een belastingniveau is vastgesteld, dat een belastingtarief wordt toegepast dat naar nationaal recht geldt voor het gebruik van een energieproduct als verwarmingsbrandstof, voor zover elk ander energieproduct ook als verwarmingsbrandstof wordt gebruikt? Of kan, wanneer het andere energieproduct bij gebruik als verwarmingsbrandstof gelijkwaardig is aan een bepaald energieproduct, het naar nationaal recht voor dit energieproduct geldende belastingtarief worden toegepast ook al gaat het om een uniform belastingtarief dat geldt ongeacht of dit energieproduct als motorbrandstof dan wel als verwarmingsbrandstof wordt gebruikt?” Specifiek beleidsterrein: FIN