C-234/21 Defense Active des Amateurs d Armes e.a. 

Contentverzamelaar

C-234/21 Defense Active des Amateurs d Armes e.a. 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     30 juni 2021
Schriftelijke opmerkingen:                     16 augustus 2021

Trefwoorden : grondrechten; eigendom; overgansgregeling; verboden wapenbezit

Onderwerp :

-           Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; 

-           Richtlijn 2017/853 vastgesteld tot wijziging van richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens;

Feiten:

In 2017 heeft de Uniewetgever richtlijn 2017/853 vastgesteld tot wijziging van richtlijn 91/477/EEG  om de regelgeving te versterken, met name om het risico aan te pakken dat uitgaat van vuurwapens voor  het afvuren van losse patronen die kunnen worden omgebouwd tot echte vuurwapens voor het afvuren van projectielen. De Belgische wetgever heeft de richtlijn in het nationale recht omgezet en artikel 153(5) van die wet heeft tot gevolg dat vanaf 13-06-2017, de datum van inwerkingtreding van richtlijn 2017/853, vuurwapens die zijn omgebouwd zodat er enkel losse patronen mee kunnen worden afgevuurd, worden gehandhaafd in de categorie waartoe ze behoorden voordat zij werden omgebouwd. Indien het oorspronkelijk wapen verboden of vergunningsplichtig was, blijft het dit dus ook nadat het is omgebouwd. Richtlijn 91/477 biedt de lidstaten de mogelijkheid om een overgangsregeling in te voeren, maar uitsluitend voor bezitters van semiautomatische wapens en niet voor bezitters van wapens die zijn omgebouwd om er uitsluitend losse patronen mee af te vuren. De kopers van de wapens voor het afvuren van projectielen zijn nu eigenaar van een verboden wapen of een wapen dat, indien het niet over de thans vereiste vergunning beschikt, niet kan worden geregulariseerd, aangezien deze vergunning in beginsel moet worden verkregen vóór de aankoop van het wapen. Verzoekers stellen dat hier sprake is van een ongerechtvaardigde inmenging in het eigendomsrecht en zij hekelen de strafrechtelijke sancties die zij in dit verband riskeren. Zij bekritiseren met name het ontbreken van een overgangsregeling zoals die is neergelegd voor semiautomatische vuurwapens en protesteren tegen deze ongelijke behandeling.

Overweging:

Het door verzoekers aangevoerde verschil in behandeling betreft alleen bezitters van semiautomatische wapens en bezitters van wapens die zijn omgebouwd om er uitsluitend losse patronen mee af te vuren die hun wapens hebben verworven vóór 13-06-2017. Dit verschil in behandeling vindt zijn oorsprong in richtlijn 91/477, zoals gewijzigd bij richtlijn 2017/853, op grond waarvan lidstaten alleen ten gunste van de eerste categorie van personen in een overgangsregeling kunnen voorzien, ook al hebben al die personen hun wapen rechtmatig verworven en geregistreerd toen zij nog niet werden geacht te weten dat het later verboden of vergunningsplichtig zou worden. Uit het arrest in zaak C-482/17 kan niet worden afgeleid of dit verschil in behandeling in overeenstemming is met het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie, het beginsel van gewettigd vertrouwen en het recht op het ongestoord genot van eigendom. De verwijzende rechter heeft twijfels inzake de geldigheid en de uitlegging van artikel 7(4) van richtlijn 91/477, zoals ingevoegd bij richtlijn 2017/853, en legt het Hof de volgende prejudiciële vraag voor.

Prejudiciële vraag:

Is artikel 7, lid 4 bis, van richtlijn 91/477/EEG, gelezen in samenhang met bijlage I, punt II, categorie A, punten 6 tot en met 9, bij deze richtlijn, in strijd met artikel 17, lid 1, en de artikelen 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het beginsel van de bescherming van het gewettigd vertrouwen, doordat het de lidstaten niet toestaat te voorzien in een overgangsregeling voor de in categorie A.9 bedoelde vuurwapens die vóór 13 juni 2017 op rechtmatige wijze zijn verworven en geregistreerd, terwijl het hun wel toestaat te voorzien in een overgangsregeling voor de in de categorieën A.6 tot en met A.8 bedoelde vuurwapens die vóór 13 juni 2017 op rechtmatige wijze zijn verworven en geregistreerd?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Tsjechische Republiek/Parlement en Raad C-482/17;

Specifiek beleidsterrein: JenV;

Gerelateerde documenten