C-462/17
Prejudiciële hofzaak Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie. Termijnen: Motivering departement: 18 september 2017 Schriftelijke opmerkingen: 04 november 2017 Trefwoorden: beschermde geografische aanduiding; etikettering; eierlikeur Onderwerp: - verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad (hierna: verordening 110/2008); - verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (hierna: verordening 1169/2011). Feiten: Verzoekster richt zich tegen het gebruik van de benaming eierlikeur voor een product dat melk bevat. Verzoekster en verweerster (Altenweddinger Geflügelhof Kommanditgesellschaft) zijn producenten van likeuren die onder meer eieren als ingrediënt hebben en die in de detailhandel maar ook online worden verkocht onder de verkoopbenaming eierlikeur. Verweerster produceert onder meer een reeks producten die zij blijkens de etiketten als eierlikeur aanduidt. Op het etiket aan de achterkant van die producten staat ‘bevat melk’. Tussen partijen staat vast dat de likeuren van verweerster inderdaad melk bevatten. Verzoekster meent dat zij tegen het gebruik van de verkoopbenaming eierlikeur voor de producten van verweerster een vordering tot staking kan instellen krachtens de Duitse wet inzake de oneerlijke mededinging in samenhang met de Duitse wet inzake levensmiddelen, consumptiegoederen en voedermiddelen in samenhang met verordening 1169/2011 bijlage II bij verordening 110/2008. Het gebruik van de benaming eierlikeur voor de producten van verweerster is volgens haar misleidend, aangezien melk als ingrediënt van eierlikeur of advocaat in punt 41 van bijlage II bij verordening 110/2008 niet is opgenomen en een product dat naast de in punt 41 van bijlage II bij verordening 110/2008 melk bevat, derhalve ook niet als eierlikeur mag worden aangeduid. Verzoekster vordert veroordeling van verweerster tot staking op straffe van een dwangsom (maximaal €250.000,-) voor elke toekomstige inbreuk. Verweerster vordert verwerping van het beroep. Volgens verweerster gaat het bij punt 41 van bijlage II van verordening 110/2008 louter om minimumvoorwaarden waaraan een product moet voldoen om eierlikeur genoemd te mogen worden. De aanname dat de lijst uitputtend is, zou in tegenspraak zijn met artikel 17(1) verordening 11/69/2011. Overweging: Of het beroep slaagt, hangt af van de vraag hoe artikel 9(1) in samenhang met punt 41 van bijlage II bij verordening 110/2008 moet worden uitgelegd. Als verweerster inbreuk heeft gemaakt op deze bepaling, kan verzoekster een vordering tot staking instellen. De vraag rijst derhalve of het bij de in punt 41 van bijlage II bij verordening 110/2008 opgesomde ingrediënten louter gaat om de ingrediënten die een gedistilleerde drank ten minste moet bevatten om de verkoopbenaming eierlikeur te mogen dragen of dat punt 41 van bijlage II bij verordening 110/2008 een uitputtende opsomming bevat van de toegelaten ingrediënten van een product dat de verkoopbenaming eierlikeur wil dragen. Prejudiciële vragen: Gaat het bij de in punt 41 van bijlage II bij verordening (EG) nr. 110/2008 opgesomde ingrediënten om de ingrediënten die een gedistilleerde drank ten minste moet bevatten om de verkoopbenaming eierlikeur te mogen dragen (minimumspecificatie) of bevat punt 41 van bijlage II bij verordening (EG) nr. 110/2008 een uitputtende opsomming van de toegelaten ingrediënten van een product dat de verkoopbenaming eierlikeur wil dragen? Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Specifiek beleidsterrein: VWS