C-586/13 Mertin Meat

Contentverzamelaar

C-586/13 Mertin Meat

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   27 januari 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   13 februari 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   13 maart 2014
Trefwoorden: arbeid; vrij verkeer werknemers/diensten

Onderwerp:  Vrij verkeer werknemers en diensten

Verzoekster is een HON vennootschap. Zij sluit in 2007 een overeenkomst met de OOS vennootschap Alpenrind GmbH voor de verwerking van 25 halve geslachte runderen per week waarvoor verzoekster haar eigen werknemers (van HON nationaliteit) inzet. Het werk wordt gedaan in OOS in het slachthuis van Alpenrind waarvoor verzoekster een forfaitaire huurprijs betaalt. De organisatie van het werk wordt door verzoekster verzorgd.
Verzoekster heeft met verweerder Mag. Dr. Géza Simonfay een lastgevingsovereenkomst gesloten voor het verkrijgen van juridisch advies. De opdracht voor Simonfay was het analyseren van de activiteit in OOS en met name of de werkzaamheden onder de door OOS tijdelijk ingestelde beperking op het vrij verkeer van werknemers en diensten vielen (de overgangsregelingen bij de toetreding tot de EU van onder meer HON). Simonfay heeft verzoekster geadviseerd dat de beschreven werkzaamheden niet behoorden tot de in het Toetredingsverdrag omschreven afgeschermde dienstensectoren en niet als terbeschikkingstelling van arbeidskrachten kon worden aangemerkt.
Alpenrind krijgt echter toch een boete van de OOSaut van meer dan € 700.000. Op grond van de gesloten overeenkomsten wordt die boete door verzoekster voldaan maar zij start een procedure om dat bedrag van de juridisch adviseur terug te vorderen.

De verwijzende HON rechter legt op verzoek van verwerende partij de volgende vragen voor aan het HvJEU:
1) Is er volgens het Unierecht, in het bijzonder de definitie van „terbeschikkingstelling van arbeidskrachten” in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de gevoegde zaken C-307/09 tot en met C-309/09, sprake van terbeschikkingstelling van arbeidskrachten indien de lasthebber zich ertoe verplicht, met behulp van zijn eigen werknemers, halve geslachte runderen te verwerken in het slachthuis van de lastgever, in de door de lastgever aan hem verhuurde lokalen, en ze te verpakken in de vorm van pakken vlees die klaar zijn om in de handel te worden gebracht, waarbij de lasthebber recht heeft op een vergoeding die afhankelijk is van de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid verwerkt vlees, en de prijs die is vastgesteld voor de verwerking van het vlees door de lasthebber wordt verminderd indien die verwerking van onbevredigende kwaliteit is, gelet ook op het feit dat de lasthebber in de lidstaat van ontvangst uitsluitend voor dezelfde lastgever diensten verricht en de lastgever de kwaliteit van de verwerking van het vlees controleert?
2) Geldt het in het arrest van het Hof in de gevoegde zaken C-307/09 tot en met C 309/09 neergelegde fundamentele beginsel, dat de terbeschikkingstelling van arbeidskrachten kan worden beperkt gedurende de periode waarin de in de verdragen inzake de toetreding van de op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toegetreden lidstaten vervatte overgangsmaatregelen betreffende het vrije verkeer van werknemers van toepassing zijn, ook voor een terbeschikkingstelling van werknemers in Oostenrijk door een onderneming die is gevestigd in een op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toegetreden lidstaat in het kader van een terbeschikkingstelling van arbeidskrachten, indien die terbeschikkingstelling van werknemers plaatsvindt in een sector die niet is afgeschermd uit hoofde van de toetredingsverdragen?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-307/09 t/m C-309/09 Vicoplus e.a.
Specifiek beleidsterrein: SZW
Mede VenJ en EZ

Gerelateerde documenten