C-62/19 Star Taxi App
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 1 april 2019 Schriftelijke opmerkingen: 18 mei 2019
Trefwoorden : diensten; vergunningsplicht; informatiedienst; verkeersdienst
Onderwerp :
- Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/48/EG – artikel 1, lid 2;
- Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn inzake elektronische handel”) – artikel 2, onder a), en de artikelen 3 en 4;
- Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt – de artikelen 9, 10 en 16;
- Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij – artikel 5;
Feiten:
Verzoekster beheert een taxi-applicatie die gebruikers in contact brengt met taxichauffeurs. Met de applicatie kunnen gebruikers uit een aantal taxi’s kiezen. De taxichauffeurs hanteren hun eigen tarieven en innen ook de betaling van de gebruiker. Verzoekster sluit enkel dienstverleningscontracten af met de taxichauffeurs, die om op de applicatie te verschijnen een maandelijkse vergoeding betalen. De aangesloten taxichauffeurs hebben de benodigde vergunningen voor het rijden van een taxi. In december 2017 heeft de gemeenteraad van Boekarest een besluit vastgesteld, waardoor de activiteiten van verzoekster nu vergunningsplichtig zijn. Wegens niet-nakoming van die vergunningsplicht is verzoekster reeds beboet, terwijl ook de bij haar aangesloten taxichauffeurs beboet kunnen worden. Verzoekster heeft nu bezwaar ingediend tegen het besluit van de gemeenteraad. Volgens verzoekster verricht zij namelijk een informatiedienst, waarop het beginsel van uitsluiting van een voorafgaande vergunningsplicht uit artikel 4 van richtlijn 2000/31/EG van toepassing is. Volgens verweerster, de gemeente Boekarest, is dat niet het geval, en verricht verzoekster een dienst op het gebied van vervoer in de zin van artikel 2, onder d), van Richtlijn 2006/123. Na afwijzing van haar bezwaar is verzoekster in beroep gegaan.
Overweging:
De vraag die volgens de verwijzende rechter centraal staat is of de door verzoekster verrichte activiteit moet worden gekwalificeerd als een dienst van de informatiemaatschappij in de zin van artikel 1, onder b), van richtlijn 2015/1535, of als een dienst op het gebied van vervoer in de zin van artikel 2, onder d), van richtlijn 2006/123. Deze vraag is essentieel voor de vraag of een vergunningsplicht kan worden opgelegd voor de activiteiten van verzoekster. De verwijzende rechter weet deze vraag niet te beantwoorden, doordat de omstandigheden in de onderhavige zaak verschillen met die in de zaak Asociación Profesional Elite Taxi (C-434/15). In die zaak was er sprake van een vervoersdienst bij een app waarmee particulier bestuurders in contact konden worden gebracht met personen die een stadstraject wilden afleggen. In deze zaak sluit de applicatiebeheerder namelijk enkel dienstverleningscontracten af met geautoriseerde taxichauffeurs. De applicatie stelt geen ritprijs vast, int deze prijs bovendien niet van de klant en oefent evenmin toezicht uit op de kwaliteit van de voertuigen en de bestuurders. De verwijzende rechter weet dus niet of hij de activiteiten van verzoekster moet kwalificeren als informatiedienst of als verkeersdienst.
Prejudiciële vragen:
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Asociación Profesional Elite Taxi (C-434/15)
Specifiek beleidsterrein: EZK; IenW