EU-Gerecht bevestigt de in het kader van de oorlog in Oekraïne opgelegde beperkende maatregelen tegen de Russische financiële instelling NSD

Het gaat om het arrest van het Gerecht van 11 september 2024 in zaak T-494/22 (NSD/Raad).

Achtergrond
NKO AO National Settlement Depository (NSD) is een Russische vennootschap. Zij verleent als centrale bewaarinstelling diensten op het gebied van effectenarchivering en -bewaring. Zij verleent ook financiële diensten, met name als niet-bancaire kredietinstelling met een vergunning die haar het recht geeft bankvereffeningsdiensten te verlenen.

In juni 2022 is NSD naar aanleiding van de Russische agressie tegen Oekraïne op de lijsten van personen geplaatst waarvoor de beperkende maatregelen van de Raad van de Europese Unie gelden, en zijn haar tegoeden en economische middelen bevroren. Haar inschrijving op deze lijsten werd gemotiveerd door het feit dat zij een essentiële rol in de werking van het Russische financiële stelsel speelde en bijgevolg materiële of financiële steun verleende aan de Russische regering.

NSD verzoekt het Gerecht van de Europese Unie om de handelingen waarbij haar naam is geplaatst en gehandhaafd op de lijsten van personen waarvoor de beperkende maatregelen gelden, nietig te verklaren.

EU-Gerecht
Het Gerecht verwerpt het beroep van NSD.

Het Gerecht constateert om te beginnen dat NSD niet heeft aangetoond dat de Raad een fout had gemaakt door vast te stellen dat deze onderneming een systeemrelevante financiële instelling was die een essentiële rol speelde in de werking van het Russische financiële stelsel.

Vervolgens wijst het Gerecht erop dat NSD financiële diensten van aanzienlijke waarde verleent zowel aan de Russische regering als aan de Russische Centrale Bank, en dat ook haar meer algemene bijdrage aan de goede werking van het Russische financiële stelsel van bijzonder belang is. Aldus verleent die onderneming volgens het Gerecht in kwantitatief en kwalitatief opzicht aanzienlijke materiële of financiële steun aan de Russische regering, die deze laatste in staat stelt haar financiële middelen te ontplooien om haar acties ter destabilisatie van Oekraïne voort te zetten.

Voor wat betreft het argument van NSD dat de tegen haar genomen beperkende maatregelen hebben geleid tot de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van haar klanten, voor wie die maatregelen niet gelden, en dat die maatregelen dus hun eigendomsrecht schenden, herinnert het Gerecht eraan dat die vennootschap zich in het kader van haar beroep tot nietigverklaring niet kan beroepen op een eigendomsrecht waarvan zij niet de houder is. Wel moeten de nationale autoriteiten, die de beperkende maatregelen moeten uitvoeren, bij de behandeling van een verzoek om vrijgave van de tegoeden van die klanten – en dat is gebaseerd op een daartoe door de Raad vastgestelde uitzondering – nagaan of de inmenging in het eigendomsrecht van die klanten voldoet aan de voorwaarden van artikel 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Bovendien beschikken die klanten over rechtsmiddelen bij de nationale rechterlijke instanties, waar zij elke inbreuk op hun in het Handvest van de grondrechten neergelegde eigendomsrecht kunnen aanvoeren.

Meer informatie:
Persbericht Curia
ECER-dossier : Externe betrekkingen
ECER-dossier : Buitenlands en Veiligheidsbeleid – Sancties
ECER-pagina : EU-ontwikkelingen Oekraïne-Rusland