EU-Hof: terugvordering staatssteun kan in bepaalde gevallen worden gedaan bij een andere onderneming dan de aangewezen begunstigde van de steun
Contentverzamelaar
EU-Hof: terugvordering staatssteun kan in bepaalde gevallen worden gedaan bij een andere onderneming dan de aangewezen begunstigde van de steun
Nieuwsbericht | 19-02-2025
Het betreft het arrest van 16 januari 2025 van het EU-Hof in zaak C-588/23 (Scai).
Achtergrond
Buonotourist Srl was een
Italiaanse particuliere vennootschap die lokale
openbaarvervoerdiensten aanbood op basis van regionale en
gemeentelijke concessies. Bij besluit van 7 november 2012
heeft de Consiglio di Stato (hoogste bestuursrechter in
Italië) het recht van Buonotourist erkend om een extra
openbaredienstcompensatie te ontvangen voor
personenvervoerdiensten per bus op basis van de concessies
die de regio Campanië had verleend voor de jaren 1996 tot
en met 2002, ten bedrage van 1 111 572 euro, vermeerderd
met rente.
Op 5 december 2012 hebben de Italiaanse autoriteiten overeenkomstig artikel 108, lid 3, EU-Werkingsverdrag bij de Europese Commissie staatssteun aangemeld die bestond in de toekenning aan Buonotourist van voornoemde extra compensatie op grond van het besluit van de Consiglio di Stato van 7 november 2012. De steun is door de regio Campanië op 21 december 2012 aan Buonotourist uitgekeerd.
Bij brief van 20 februari 2014 heeft de Europese Commissie de Italiaanse Republiek meegedeeld dat zij had besloten de formele onderzoeksprocedure van artikel 108, lid 2 , EU-Werkingsverdrag in te leiden.
Op 19 januari 2015 heeft de Commissie besluit (EU) 2015/1075 (betreffende steunmaatregel SA.35843 (2014/C) (ex 2012/NN) uitgevoerd door Italië – Aan Buonotourist toegekende compensatie voor de openbare dienst) vastgesteld, waarin zij heeft geconstateerd dat de extra compensatie die aan Buonotourist is toegekend op grond van het besluit van de Consiglio di Stato van 7 november 2012, staatssteun vormde in de zin van artikel 107, lid 1 , EU-Werkingsverdrag die onverenigbaar was met de interne markt en aan deze vennootschap was toegekend in strijd met artikel 108, lid 3, EU-Werkingsverdrag. Bij datzelfde besluit heeft de Commissie de Italiaanse autoriteiten gelast die steun terug te vorderen bij deze vennootschap (hierna: besluit van de Commissie van 19 januari 2015).
Buonotourist heeft bij het Gerecht van de Europese Unie beroep tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 19 januari 2015 ingesteld. Dat beroep is verworpen bij arrest van 11 juli 2018, Buonotourist/Commissie (T‑185/15). De hogere voorziening die Buonotourist heeft ingesteld, is afgewezen bij arrest van het Hof van 4 maart 2020, Buonotourist/Commissie (C‑586/18 P).
Op grond van een akte van gedeeltelijke bedrijfssplitsing van 21 juli 2011, is Buonotourist TPL in de plaats gekomen van Buonotourist in het kader van een voorlopige gunningsovereenkomst voor een regionale buslijndienst. Op grond van een andere akte van gedeeltelijke bedrijfssplitsing, van 21 oktober 2013, is Autolinee Buonotourist TPL Srl in de plaats gekomen van Buonotourist TPL in het kader van die voorlopige gunningsovereenkomst. Op basis van een bedrijfshuurovereenkomst (afgesloten op 10 mei 2019 en geëindigd op 1 juli 2021), heeft Autolinee Buonotourist TPL aan Scai het bedrijfsonderdeel verhuurd dat bestond uit onder andere de dienstenovereenkomsten, het personeel en de bussen om de minimale lokale openbaarvervoersdiensten te exploiteren. Om de lokale openbaarvervoersdiensten te kunnen voortzetten, heeft de regio Campanië deze diensten toegewezen aan AIR Campania, waarvan zij deels eigenaar is. Deze vennootschap heeft de voor deze diensten benodigde middelen van Scai gekocht.
Buonotourist, Buonotourist TPL en Autolinee Buonotourist TPL zijn tussen 2018 en 2020 failliet verklaard. Nadat de regio Campanië tevergeefs had geprobeerd om de in het besluit van de Commissie van 19 januari 2015 bedoelde staatssteun terug te vorderen bij Buonotourist, Buonotourist TPL en Autolinee Buonotourist TPL, heeft zij Scai bij een decreet van 7 februari 2023 gelast om deze steun terug te betalen, waarbij zij zich baseerde op het bestaan van economische continuïteit tussen Buonotourist en Scai (hierna: terugvorderingsbevel).
Scai stelt hierop bij de Tribunale amministrativo regionale della Campania (bestuursrechter in eerste aanleg Campanië, Italië), de verwijzende rechter, beroep in tegen het terugvorderingsbevel. Scai beroept zich met name op schending van de artikelen 108 , 109 en 288 EU-Werkingsverdrag, schending van artikel 48 van de Italiaanse wet betreffende algemene regels voor de deelname van Italië aan de totstandkoming en de uitvoering van de regelgeving en het beleid van de Europese Unie, bevoegdheidsoverschrijding en schending van de mededeling betreffende terugvordering (PB 2019, C 247).
De verwijzende rechter schorst de behandeling van de zaak en verzoekt het EU-Hof om een prejudiciële beslissing over een tweetal vragen.
EU-Hof
Het EU-Hof stelt in antwoord op
de twee prejudiciële vragen dat artikel
108
en artikel
288
, vierde alinea, van het
EU-Werkingsverdrag, de artikelen 16 en 31 van
verordening
(EU) 2015/1589
tot vaststelling van nadere
bepalingen voor de toepassing van artikel 108
EU-Werkingsverdrag (de Procedureverordening) alsmede de
artikelen 41
en
47
van het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie zo moeten worden
uitgelegd dat zij zich - in de situatie waarin de Europese
Commissie in een besluit de terugvordering van staatssteun
bij een door haar aangewezen begunstigde gelast - niet
verzetten tegen een nationale wettelijke regeling op grond
waarvan de bevoegde nationale autoriteiten, in het kader
van hun taak om uitvoering te geven aan dat besluit,
kunnen gelasten dat die steun bij een andere onderneming
wordt teruggevorderd wegens economische continuïteit
tussen laatstbedoelde onderneming en de in dat besluit
aangewezen begunstigde van de steun.
Meer informatie:
ECER-dossier
: Staatssteun –
Gevolgen van onrechtmatige steun- Terugvordering