Raad van State brengt advies uit over wetsvoorstel strafbaarstelling mensenhandel

Contentverzamelaar

Raad van State brengt advies uit over wetsvoorstel strafbaarstelling mensenhandel

Met het wetsvoorstel wordt de strafbaarstelling van mensenhandel vernieuwd en de strafbaarstelling van ‘ernstige benadeling’ geïntroduceerd. Het advies van de Raad van State gaat ook in op de lopende herziening van de Europese richtlijn over mensenhandel.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 7 februari 2024 het advies vastgesteld, en op 12 februari gepubliceerd, over het wetsvoorstel voor de modernisering en de uitbreiding van strafbaarstelling van mensenhandel.

Doel van het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel strekt tot aanpassing van de strafbepaling van mensenhandel. De strafbepaling wordt vereenvoudigd en er wordt meer samenhang aangebracht tussen de verschillende delictsvormen. Daarnaast wordt de bepaling uitgebreid met een nieuw delict bedoeld voor ernstige misstanden in de arbeidssfeer, te weten ‘ernstige benadeling’. De strafbaarstelling voor het trekken van voordeel uit mensenhandel wordt verruimd en ondergebracht in een apart wetsartikel met een lagere strafdreiging van maximaal zes jaar gevangenisstraf in vergelijking met het huidig strafmaximum.

Advies
De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft het doel van het wetsvoorstel om de strafbaarstelling van mensenhandel te vereenvoudigen en te vernieuwen. Met het wetsvoorstel worden belangrijke verbeteringen doorgevoerd ten opzichte van de huidige wet. Het advies gaat onder meer in op de aspecten ‘ernstige benadeling’ en het beginsel van niet-bestraffing.

Ook gaat het advies expliciet in op de Europese richtlijn over de bestrijding van mensenhandel (Richtlijn 2011/36), die momenteel wordt herzien (zie ook dit ECER-bericht en het voorstel tot herziening van de richtlijn uit 2022). Die herziening heeft waarschijnlijk gevolgen voor de Nederlandse strafbaarstelling van mensenhandel en in
zoverre vormt het wetsvoorstel volgens de Afdeling advisering in feite een herimplementatie. Uit het voorstel blijkt dat de herziening mogelijk leidt tot een uitbreiding van de gedragingen die als uitbuiting moeten worden aangemerkt en de wijze waarop aan het beginsel van niet-bestraffing binnen de nationale rechtsorde uitvoering moet worden gegeven.

Uit de toelichting bij het wetsvoorstel blijkt volgens de Afdeling advisering niet hoe het Nederlandse wetsvoorstel inzake de modernisering mensenhandel zich verhoudt tot de voorgenomen richtlijnwijziging. Omwille van de rechtszekerheid moet echter zoveel mogelijk worden voorkomen dat deze wetswijziging leidt tot aanpassingen die bij de implementatie van de Richtlijn weer ongedaan gemaakt moeten worden.

De Afdeling advisering vraagt in het advies de regering daarom alvast in de toelichting bij het wetsvoorstel in te gaan op de verhouding van het wetsvoorstel tot deze voorgenomen Europese richtlijnherziening.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Raad van State
ECER-dossier : Strafrechtelijke samenwerking - Mensenhandel
ECER-bericht: Politiek akkoord bereikt over herziening van de richtlijn bestrijding mensenhandel (30 januari 2024)