April 2025: EU-crisisinstrumentarium

April 2025: EU-crisisinstrumentarium

In de afgelopen tien jaar is de Europese Unie (EU) geconfronteerd met een reeks crises en noodsituaties op velerlei terreinen, variërend van migratie, financiële en economische onrust en instabiliteit, een mondiale pandemie, een veranderende geopolitieke situatie en diverse terreur- en cyberdreigingen. Mede in reactie daarop heeft de EU diverse veranderingen op beleids- en institutioneel vlak doorgevoerd, ook om beter te kunnen reageren op (toekomstige) crises. Tijdens het ECER-seminar op 10 april 2025 werd een beeld geschetst van de wijze waarop in de EU is omgegaan met regelgeving en beleid bij verschillende crisis- en noodsituaties, en werd in het bijzonder aandacht besteed aan EU-noodprocedures en -instrumenten op het terrein van de interne markt en de volksgezondheid. Er was veel belangstelling voor het seminar (60 deelnemers en geïnteresseerden op de wachtlijst).

Achtergrond

In reactie op crises zoals de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne is op EU-niveau gebruik gemaakt van (bestaande) Verdragsrechtelijke crisisbevoegdheden en zijn tevens nieuwe crisisinstrumenten vastgesteld om beter te kunnen anticiperen op toekomstige crises. Die instrumenten bevatten vaak nieuwe bevoegdheden voor EU-instellingen en -organen, hetgeen ook in de Haagse beleidspraktijk de nodige vragen en discussie oproept. 

De crisisbevoegdheden van de EU strekken zich uit tot een breed scala aan beleidsterreinen: van de interne markt tot volksgezondheid, en van energie tot grensbeheer. Mede daardoor worden rijksambtenaren steeds vaker geconfronteerd met de gevolgen en uitvoering van - dan wel afstemming over- EU-crisismaatregelen. Vraagstukken over de gewenste en werkbare inzet en bereik van het EU-crisisinstrumentarium alsmede over de wisselwerking tussen de verschillende instrumenten komen daarbij nadrukkelijk aan de orde. 

Op donderdagmiddag 10 april 2025 organiseerde het Expertisecentrum Europees Recht (ECER) een seminar over EU-crisisinstrumentarium op het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Rijnstraat 8, Den Haag). 

Het seminar

Tijdens het seminar verzorgde Merijn Chamon (Vrije Universiteit Brussel) een inleiding in het EU-crisisinstrumentarium, en ging hij in op de noodprocedure die kan worden gebruikt voor passende maatregelen vanwege de economische situatie (artikel 122, lid 1 VWEU). Vervolgens schetste Fey Al Faidi-Wilson (Ministerie van Economische Zaken) een beeld van het noodinstrument voor de interne markt (IMERA), Ten slotte verzorgden Patrick Kruger en Corine van Lingen (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) een presentatie over recente EU-crisismaatregelen die op het terrein van de volksgezondheid zijn ingezet. 

Tevens was er tijdens het seminar gelegenheid om vragen te stellen aan de sprekers. Zo werden er vragen gesteld over de verhouding tussen de noodprocedure(s) van artikel 122 van het EU-Werkingsverdrag en de flexibiliteitsclausule van artikel 352 van het EU-Werkingsverdrag, over de mogelijkheden om crisisgerelateerde bepalingen in de EU-Verdragen een meer dwingend karakter te geven, en over het gebruik van artikel 122 van het EU-Werkingsverdrag als rechtsgrondslag voor het voorgestelde SAFE-instrument. Daarnaast werden vragen gesteld over de verhouding tussen de IMERA en EU-(crisis)instrumenten die betrekking hebben op goederen en diensten die van de werkingssfeer van de IMERA zijn uitgezonderd. Ten slotte stelden de deelnemers vragen over de verhouding van het EU-gezondheidskader met het kader van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), en over de inzet van Nederland bij de onderhandelingen over de Verordening ernstige gezondheidsbedreigingen

Het seminar werd afgesloten met een (netwerk)borrel. 

Meer informatie