Op deze pagina:
Op grond van artikel 8, lid 1, van het EU-Handvest van de grondrechten en artikel 16, lid 1, van het EU-Werkingsverdrag heeft eenieder recht op bescherming van zijn persoonsgegevens. Persoonsgegevens zijn alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (artikel 4, onder 1, Algemene Verordening Gegevensbescherming en artikel 3, onder 1, van richtlijn 2016/680).
Het Europees Parlement en de Raad kunnen op grond van artikel 16, lid 2, van het EU-Werkingsverdrag onder meer voorschriften vaststellen met betrekking tot de bescherming van natuurlijke personen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de EU, alsook door de EU-lidstaten. De Raad en het Europees Parlement hebben onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) (zie het ECER-dossier over de AVG) en Verordening 2018/1725 (zie het ECER-dossier over EU-instellingen en privacy) vastgesteld.
Daarnaast zijn op EU-niveau voorschriften vastgesteld met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens in het strafrecht (zie dit ECER-dossier) en de luchtvaart (zie dit ECER-dossier).
Naar boven
21-02-2025
Wat de richtlijn inzake elektronische handel betreft kan een exploitant van een online marktplaats in aanmerking komen voor een vrijstelling van aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud van de op zijn marktplaats ...
16-01-2025
Het verzamelen van gegevens over de titels van klanten (zoals “mijnheer” of ‘ mevrouw”) bij de aankoop van een vervoersbewijs is niet objectief onmisbaar om een goede uitvoering van een spoorvervoersovereenkomst mogelijk te ...
De bezoeker van de Commissie website over de Conferentie over de toekomst van Europa (CotFE) heeft schade geleden als gevolg van de overdracht van persoonsgegevens aan de Verenigde Staten. Door middel van de hyperlink ...