C-373/00, Adolf Truley, arrest van 27 februari 2003

Contentverzamelaar

C-373/00, Adolf Truley, arrest van 27 februari 2003

Datum arrest, zaaknummer, partijen
HvJEG van 27 februari 2003, zaak C-373/00, Adolf Truley GmbH tegen Bestattung Wien GmbH.

Betrokken departementen
Alle (incl. VNG en IPO).

Sleutelwoorden
Overheidsopdrachten voor leveringen, begrip aanbestedende dienst, behoeften van algemeen belang niet zijnde van industriële of commerciële aard, toezicht op beheer

Beleidsrelevantie
In dit arrest wordt het begrip aanbestedende dienst uit de Aanbestedingsrichtlijn verder verduidelijkt voor wat betreft het criterium "voorzien in behoeften van algemeen belang niet zijnde van industriële of commerciële aard" en het criterium "toezicht op het beheer van de instelling".

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
Deze zaak gaat over de aanbesteding van een levering voor de stoffering van lijkkisten. Deze aanbesteding werd gedaan door Bestattung Wien, een werkmaatschappij van een vennootschap dat kort tevoren was ontstaan uit privatisering van een gemeentelijke dienst en waarvan alle aandelen door de stad Wenen worden aangehouden. Truley had een offerte ingediend, maar de opdracht werd niet aan haar gegund omdat haar prijs te hoog was. Omdat Truley vond dat haar offerte de enige was die voldeed aan de specificaties van de aanbesteding stelde zij een procedure tot verificatie van het gunningsbesluit in. Bestattung Wien stelde daarop dat richtlijn 93/36 niet meer op haar van toepassing was aangezien zij rechtspersoonlijkheid had en volledig onafhankelijk was van Stad Wenen. De Oostenrijkse rechter meende dat beslechting van dit geding afhing van de definitie van het begrip aanbestedende dienst, en dan met name de voorwaarde dat deze moet voorzien in behoeften van algemeen belang niet zijnde van industriële of commerciële aard.

Nadat het Hof in de eerste plaats heeft vastgesteld dat de inhoudsbepaling van dit begrip een zaak is van gemeenschapsrecht, en dus niet van de rechtsorde van iedere lidstaat, komt de vraag aan de orde of het feit dat een territoriaal lichaam wettelijk verplicht is om voor de lijkbezorging in te staan (in gevallen waarbij niemand anders dit binnen een bepaalde termijn heeft gedaan) automatisch tot de conclusie leidt dat er sprake is van een behoefte van algemeen belang. Het Hof beantwoordt deze vraag bevestigend, en verwijst daarbij naar de openbare orde, hygiëne en volksgezondheid die hier in het geding zijn. De omstandigheid dat een (groot) deel van de omzet van de onderneming wordt behaald met activiteiten die niet voorzien in behoeften van algemeen belang (zoals het plaatsen van overlijdensadvertenties, transport) doet daaraan niets af (zie ook arrest Mannesmann).

De volgende vraag is of het bestaan van sterke concurrentie op de betreffende markt tot de conclusie leidt dat er geen sprake is van een behoefte van algemeen belang anders dan van industriële of commerciële aard. Het Hof verwijst hier naar zijn arrest in de zaak BFI Holding, waarin is gesteld dat het bestaan van sterke concurrentie niet irrelevant is voor deze vraag, maar op zich niet de conclusie wettigt dat er geen sprake is van een behoefte van algemeen belang anders dan van industriële of commerciële aard. De nationale rechter moet hier uiteindelijk over oordelen.

Tot slot komt in het arrest de betekenis aan de orde van het criterium "toezicht op het beheer" in artikel 1, sub b, van de richtlijn Leveringen. Is aan dit criterium voldaan indien de overheid als aandeelhouder louter in staat is tot controle achteraf? Het Hof bepaalt dat in een dergelijk geval niet aan dit criterium is voldaan, aangezien de overheid dan immers per definitie niet de besluiten van de instelling terzake van overheidsopdrachten kan beïnvloeden. (Overigens is het Hof van mening dat in het specifieke geval van Bestattung Wien de overheid op grond van diverse bepalingen in het vennootschapscontract wel degelijk tot meer toezicht in staat is dan alleen controle achteraf).

Korte analyse
Over het begrip aanbestedende dienst, en met name ook het criterium dat moet worden voorzien in behoeften van algemeen belang anders dan van industriële en commerciële aard, zijn reeds meerdere arresten verschenen. In dit arrest komen wat dit betreft geen wezenlijk nieuwe punten aan de orde.

Verhelderend is de uitspraak van het Hof dat indien de overheid louter controle achteraf kan uitoefenen via (meerderheids-)aandeelhouderschap hiermee niet is voldaan aan het criterium van "toezicht op het beheer" om van een aanbestedende dienst te spreken.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten voor het beleid, wetgeving, rechtspraak of rechtspraktijk op nationaal of Europees niveau
Dit arrest is een verduidelijking van begrippen; er is geen noodzaak voor aanpassingen.

Voorstel voor behandeling
De ICER zendt het arrest en dit fiche ter kennisneming aan alle ministers, de VNG en het IPO.