Europese Rekenkamer publiceert verslag over invordering van onregelmatige EU-uitgaven
Nieuwsbericht | 08-05-2024
Het gaat om het op 7 mei 2024 gepubliceerde Speciaal verslag 07/2024 van de Europese Rekenkamer (ERK) getiteld “De systemen van de Commissie voor de invordering van onregelmatige EU-uitgaven – Potentieel voor meer en snellere invordering ”. Het verslag is in te zien via de website van de ERK.
Het “invorderen” van EU-middelen betreft het verzoeken om de (gedeeltelijke) terugbetaling van geld dat is betaald aan een uitvoerende organisatie of begunstigde en waarvan achteraf is vastgesteld dat deze organisatie of begunstigde zich niet aan de financieringseisen van de EU heeft gehouden. Als dat geld eenmaal is uitbetaald, duurt het vaak erg lang om het terug te krijgen, als het al wordt terugbetaald. De EU-auditors van de ERK concluderen dat het meestal 14 tot 23 maanden duurt na het einde van de gesubsidieerde activiteit totdat er zelfs maar een verzoek tot terugbetaling wordt ingediend. Daarna duurt het 3 tot 5 maanden voordat het geld wordt ingevorderd, waarbij 1 tot 8 procent van de middelen uiteindelijk wordt kwijtgescholden. Achtergrond Niet al het geld in de EU-begroting wordt rechtstreeks door de Europese Commissie uitgegeven. Ongeveer 70 procent wordt gezamenlijk met de EU-lidstaten beheerd, 20 procent direct door de Commissie en 10 procent indirect (namelijk door andere internationale organisaties of derde landen). De verantwoordelijkheden van de Europese Commissie variëren afhankelijk van het soort financieel beheer en het beleidsterrein van de EU-begroting. Bij direct en indirect beheer is de Commissie verantwoordelijk voor het vaststellen en registreren van onregelmatige uitgaven en het invorderen van de middelen. Bij gedeeld beheer delegeert de Commissie deze taken aan de lidstaten, maar draagt zij de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering ervan (zie voor meer informatie ook het ECER-dossier Begroting).
Wanneer EU-geld niet volgens de regels wordt besteed, is er sprake van onregelmatige uitgaven. Uit het Jaarverslag 2022 van de ERK, dat in mei 2023 werd gepubliceerd, bleek al dat in 2022 het aandeel onregelmatige uitgaven 4,2 procent deel uitmaakte van de EU-begroting. Alle of een deel van de middelen kunnen dan in aanmerking komen voor directe invordering door de Commissie of door het EU-land of -orgaan dat oorspronkelijk verantwoordelijk was voor dit geld.
In het speciaal verslag 07/2024 analyseren de EU-auditors het beheer van de invorderingsprocedure, hoe doeltreffend deze is, en doen zij aanbevelingen voor verbetering.
Het speciaal verslag De auditors ontdekten dat het grootste probleem bij het invorderen van middelen onder direct en indirect beheer de lange periode is die verstrijkt tussen het ontdekken van een financiële onregelmatigheid en het indienen van een invorderingsopdracht. Ook is hun bevinding dat de informatie over de impact van sommige onregelmatige uitgaven bij externe maatregelen onvolledig is.
Om de invordering van onregelmatige uitgaven (dus: verkeerd uitgegeven EU-geld) op het gebied van extern optreden te versnellen, moet volgens de auditors zowel de tijd die nodig is om zulke fouten vast te stellen worden verkort, als de tijd voor het inleiden van invorderingsprocedures. Dit kan worden gedaan door de planning van controles te verbeteren en de financiële impact van systematische onregelmatige uitgaven te analyseren. De auditors stellen daarnaast voor om bepaalde stimuleringsmaatregelen uit de vorige financieringsperiode opnieuw in te voeren, zodat de EU-landen geld kunnen invorderen in de landbouwsector. In de afgelopen periode moesten lidstaten de helft van het geld dat ze niet binnen vier tot acht jaar hadden ingevorderd, terugbetalen aan de EU-begroting.
Tot slot zou de Europese Commissie volgens de auditors elk jaar nauwkeurige en volledige gegevens moeten verstrekken over welke uitgaven als onregelmatig zijn aangemerkt, en welke maatregelen zijn genomen om deze te corrigeren.
Meer informatie: Nieuwsbericht Europese Rekenkamer ECER-dossier: Begroting