Europese Rekenkamer publiceert verslag over vertraagde uitwerking van coronagelden

Contentverzamelaar

Europese Rekenkamer publiceert verslag over vertraagde uitwerking van coronagelden

Tijdens de eerste drie jaar van de herstel- en veerkrachtfaciliteit hebben zowel de uitbetaling van het geld als de uitvoering van projecten vertraging opgelopen. Het herstel van de EU-landen na de coronapandemie en de versterking van hun veerkracht komen hierdoor in gevaar. Hoewel de Europese Commissie het betalingstempo heeft opgevoerd, kunnen de lidstaten het geld mogelijk niet op tijd opnemen of gebruiken en de geplande maatregelen niet vóór het einde van faciliteit voltooien. Hierdoor kunnen zij dus niet van de verwachte economische en sociale voordelen genieten.

Dat blijkt uit het op 2 september 2024 door de Europese Rekenkamer (ERK) gepubliceerde Speciaal verslag 13/2024, getiteld “Absorptie van middelen uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit — Vooruitgang vertraagd en nog steeds risico’s voor de verwezenlijking van maatregelen en dus van de RRF-doelstellingen”. Het verslag is beschikbaar op de website van de ERK.

Achtergrond
Uit de in februari 2021 opgerichte herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility (RRF)), die een waarde van 724 miljard euro heeft, worden hervormingen en investeringen in EU-landen gefinancierd vanaf de uitbraak van de coronapandemie in februari 2020 tot eind augustus 2026. De faciliteit is gericht op zes prioriteitsgebieden, waaronder de groene transitie en de digitale transformatie. Landen kunnen geld ontvangen op basis van de vooruitgang die ze boeken.

De RRF is een nieuw financieringsmechanisme dat niet gebaseerd is op werkelijk gemaakte kosten. De Commissie voert deze faciliteit onder direct beheer uit en draagt de eindverantwoordelijkheid. De RRF had een totale waarde van 723,8 miljard euro, inclusief tot 338 miljard euro aan subsidies en tot 385,8 miljard euro aan leningen. Eind 2023 had de Europese Commissie voor alle 27 EU-lidstaten samen 648 miljard euro aan subsidies en leningen vastgelegd. De auditors van de ERK definiëren “absorptie” als het uitbetalen van EU-middelen door de Commissie aan de lidstaten als begunstigden en leningnemers.

Het verslag
Uit het verslag blijkt dat dankzij de voorfinanciering (maximaal 13 procent van het totale bedrag dat de lidstaten konden ontvangen) het mogelijk was om in het begin meer middelen snel uit te betalen. Dit kwam ook overeen met het doel om op de crisis te reageren. De auditors van de ERK hebben kritiek op het tempo waarin het grootste deel van het geld sindsdien is opgenomen. Eind 2023 was slechts 213 miljard euro overgemaakt van de Europese Commissie naar de nationale schatkisten. Dit geld is niet noodzakelijkerwijs bij de eindontvangers (waaronder particuliere bedrijven, overheidsbedrijven in de energiesector en scholen) terechtgekomen. Bijna de helft van het RRF-geld dat is uitbetaald aan de 15 lidstaten die de nodige informatie hadden verstrekt, was volgens het verslag zelfs nog niet bij de eindontvangers aangekomen.

Bijna alle landen hadden te kampen met vertragingen bij het indienen van hun betalingsaanvragen bij de Commissie. Oorzaken lagen vaak in inflatie of leveringstekorten, onzekerheid over de milieuregels en onvoldoende administratieve capaciteit. Eind 2023 hadden de EU-landen 70 procent van hun geplande aanvragen ingediend en voor ongeveer 16 procent minder geld ontvangen dan verwacht. Zeven landen hadden geen geld ontvangen voor het met succes behalen van de mijlpalen en streefdoelen. Om de opname te vergemakkelijken, hebben de Commissie en de lidstaten actie ondernomen, met name in 2023. Volgens het verslag is het nog te vroeg om te beoordelen of dit vruchten heeft afgeworpen.

Het verslag wijst op het risico dat niet alle geplande maatregelen op tijd worden afgerond. Eind 2023 was minder dan 30 procent van de ruim 6000 mijlpalen en streefdoelen ingediend voor betaling. Er wordt geconcludeerd dat een aanzienlijk aantal daarvan (mogelijk de moeilijkste mijlpalen en streefdoelen) nog moet worden bereikt. De meeste landen hebben zich gericht op hervormingen voordat ze investeringen hebben gedaan. Uitstel van investeringen kan er echter toe leiden dat de vertragingen alleen maar toenemen, waardoor ook de opname van middelen nog langer duurt.

De uitbetalingen weerspiegelen niet per se de omvang en het belang van de mijlpalen en streefdoelen. Er kunnen dus aanzienlijke bedragen worden uitbetaald zonder dat de ontvangende lidstaten de bijbehorende maatregelen hebben voltooid. De auditors van de ERK wijzen erop dat de RRF-verordening niet voorziet in de mogelijkheid om middelen terug te vorderen wanneer maatregelen niet worden voltooid, en dat de uitbetalingen aan lidstaten niet noodzakelijkerwijs het aantal en belang van de verwezenlijkte mijlpalen en streefdoelen weerspiegelen. De auditors bevelen aan dat de Commissie waar nodig aanvullende richtsnoeren geeft en toezicht houdt op de niet-voltooiing van de maatregelen. Ook zou de Commissie het ontwerp van toekomstige soortgelijke instrumenten met betrekking tot absorptie kunnen verbeteren.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Begroting
ECER-dossier: Rechtsstaat in de EU- Instrumenten- RRF-verordening
ECER-pagina: Covid-19: EU-ontwikkelingen