Herziening van de regels van het EU-Visuminformatiesysteem (VIS)
Nieuwsbericht | 15-07-2021
Achtergrond
Het Visuminformatiesysteem (VIS) werd in 2004 opgezet als technologische oplossing voor de uitwisseling van visumgegevens tussen de EU-lidstaten (Beschikking 2004/512). Het VIS is een EU-databank met informatie over onderdanen van derde landen die een Schengenvisum aanvragen. Het VIS wordt zowel aan de buitengrenzen van de EU door grenswachten gebruikt en wereldwijd op de consulaten van de EU-lidstaten gebruikt.
De autoriteiten van de lidstaten hebben door middel van het VIS toegang tot belangrijke informatie over personen die een Schengenvisum voor kort verblijf aanvragen en stelt grenswachten in staat om reizigers te identificeren die wellicht een veiligheidsrisico vormen. Een Schengenvisum voor kort verblijf geeft een onderdaan van een derde land het recht om in een periode van 180 dagen maximaal 90 dagen in het Schengengebied te verblijven.
Het VIS is sinds oktober 2011 operationeel en is tussen oktober 2011 en februari 2016 geleidelijk aan ingevoerd in alle consulaten van de EU-lidstaten. De Commissie heeft echter in 2018 in een mededeling aangekondigd dat het rechtskader van het Visuminformatiesysteem (VIS) grondig moet worden herzien. De herziening van het rechtskader van het VIS is tot stand gekomen door de vaststelling van verordening 2021/1133 en verordening 2021/1134 op 7 juli 2021. Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen in het rechtskader van het VIS beschreven.
Belangrijkste wijzigingen
1 Betere informatie-uitwisseling
Momenteel wordt er in het Visuminformatiesysteem (VIS) alleen informatie bijgehouden over personen die een Schengenvisum voor verblijf van korte duur aanvragen. Het gaat om personen die binnen een periode van 180 dagen maximaal 90 dagen in een Schengenlidstaat willen verblijven (klik hier voor meer informatie). Door de herziening van het rechtskader van het VIS wordt voortaan ook informatie in het VIS bijgehouden over personen die een visa van langere duur of een verblijfsvergunning hebben (klik hier voor meer informatie over visa van langere duur of een verblijfsvergunning).
Door het opnemen van informatie over visa voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning in het VIS worden grenswachters in staat gesteld om vast te kunnen stellen of dergelijke visa en verblijfsvergunningen geldig zijn en door de rechtmatige houder worden gebruikt. Onderdanen van derde landen moeten namelijk over zulke visa en verblijfsvergunningen beschikken wanneer zij de buitengrenzen van het Schengengebied willen passeren.
2 Verbeterde verbondenheid van het VIS met andere EU-informatiesystemen
Alle visumaanvragen die in het VIS zijn opgeslagen worden voortaan via één enkele zoekportaal (het Europees zoekportaal (ESP)) automatisch gecontroleerd aan de hand van alle andere EU-informatiesystemen op het gebied van veiligheid en migratie. Het gaat bijvoorbeeld om het Europese inreis- en uitreissysteem (EES), het Schengeninformatiesysteem (SIS) en het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS). Indien de automatische controle in de EU-informatiesystemen een ‘treffer’ oplevert, wordt de informatie in het informatiesysteem – waarin de treffer voorkomt - handmatig onderzocht door de bevoegde autoriteiten.
Door deze verplichte kruiscontrole wordt duidelijk welke visumaanvragers gebruikmaken van meerdere identiteiten en/of een risico vormen uit het oogpunt van de nationale veiligheid of irreguliere migratie.
3 Doeltreffendere terugkeerprocedures
Voortaan zal in het Visuminformatiesysteem (VIS) een kopie van het reisdocument van de visumaanvrager worden opgenomen. De opname van het reisdocument in het VIS en de bevoegdheid van het personeel van het Europees Grens- en Kustwachtagentschap om het VIS te raadplegen, vergemakkelijken de identificatie en de overname van irregulier verblijvende derdelanders zonder papieren. Het reisdocument vormt namelijk een bewijs dat die persoon de nationaliteit van een derde land heeft. Daardoor zullen derde landen eerder hun eigen onderdanen terugnemen en wordt het EU-terugkeerbeleid verbeterd.
4 Uitbreiding van de biometrische gegevens in het VIS
Bij biometrische gegevens in het kader van het VIS gaat het om vingerafdrukken en gezichtsopnames. De leeftijd vanaf wanneer vingerafdrukken mogen worden afgenomen wordt op grond van verordening 2021/1134 verlaagd van 12 jaar naar 6 jaar. Door deze leeftijdsverlaging wordt het gemakkelijker om de identiteit van kinderen te controleren en kunnen ze beter worden beschermd tegen bijvoorbeeld mensenhandel.
Ook kunnen autoriteiten bij de indiening van een visumaanvraag gezichtsopnamen maken van de visumaanvrager.
5 Opsporing en het voorkomen van criminaliteit
De rechtshandhavingsinstanties van de EU-lidstaten en Europol hebben voortaan onder strikte voorwaarden een meer gestructureerde toegang tot het VIS. De informatie uit het VIS kan worden gebruikt om terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten te voorkomen, op te sporen en te onderzoeken.
Meer informatie: