Inbreukenpakket januari 2025: Nederland in vijftal kwesties aangeschreven door Europese Commissie

Contentverzamelaar

Inbreukenpakket januari 2025: Nederland in vijftal kwesties aangeschreven door Europese Commissie

De Europese Commissie heeft Nederland aanmaningsbrieven gestuurd met betrekking tot de richtlijn betreffende informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsinstanties van lidstaten, de richtlijn tot vaststelling van een uniform EU-noodreisdocument, de richtlijn inzake genderevenwicht in raden van bestuur, de richtlijn inzake de veiligheid van veerboten en een gedelegeerde richtlijn betreffende de methode voor de rapportage van emissieprognoses voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen.

Commissie verzoekt lidstaten richtlijn inzake rapportage van prognoses van emissies van luchtverontreinigende stoffen volledig om te zetten

De Europese Commissie heeft besloten inbreukprocedures in te leiden door Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Cyprus, Hongarije, Nederland, Portugal, Slowakije en Finland aanmaningsbrieven te sturen wegens niet-omzetting van Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2024/299 van de Commissie in hun nationale wetgeving. De gedelegeerde richtlijn zorgt ervoor dat de rapportage van de emissieprognoses van luchtverontreinigende stoffen door de lidstaten aan de Commissie en het Europees Milieuagentschap wordt afgestemd op soortgelijke rapportage aan het LRTAP-verdrag. Het op elkaar afstemmen van deze rapportageverplichtingen vermindert onnodige administratieve lasten voor de EU-lidstaten. Met deze verslagen kan de Commissie nagaan of de lidstaten op schema liggen met hun verplichtingen om emissies te verminderen, zoals vastgesteld in Richtlijn (EU) 2016/2284 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen. De betrokken EU-lidstaten hebben hun omzettingsmaatregelen echter niet uiterlijk op 31 december 2024 aan de Commissie meegedeeld. De Commissie stuurt daarom aanmaningsbrieven naar deze lidstaten, die nu twee maanden de tijd hebben om te reageren en de omzetting ervan te voltooien. Bij ontstentenis van een bevredigend antwoord kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Commissie verzoekt lidstaten richtlijn betreffende informatie-uitwisseling tussen rechtshandhavingsinstanties van lidstaten volledig om te zetten

De Europese Commissie heeft besloten inbreukprocedures in te leiden door 18 EU-lidstaten (België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Cyprus, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië en Slovenië) een aanmaningsbrief te sturen omdat zij de richtlijn betreffende de uitwisseling van informatie tussen rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten (Richtlijn 2023/977) niet volledig hebben omgezet. De lidstaten moesten de richtlijn uiterlijk op 12 december 2024 in nationaal recht omzetten. De richtlijn heeft tot doel om het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten in de EU te versterken door ervoor te zorgen dat politiefunctionarissen in een lidstaat gelijkwaardige toegang hebben tot de informatie waarover zij in een andere EU-lidstaat beschikken. Het bevat de organisatorische en procedurele regels voor de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de EU-lidstaten, met inbegrip van de oprichting van één contactpunt, dat fungeert als één loket voor informatie-uitwisseling met andere EU-lidstaten. De volledige uitvoering van de richtlijn zal de strijd tegen criminele activiteiten met een grensoverschrijdende dimensie, zoals georganiseerde misdaad, drugshandel, terrorisme, seksuele uitbuiting en mensenhandel, in de hele Europese Unie versterken. De Commissie stuurt daarom aanmaningsbrieven naar de 18 betrokken lidstaten, die nu twee maanden de tijd hebben om te reageren en hun omzetting te voltooien en hun maatregelen aan de Commissie mee te delen. Bij ontstentenis van een bevredigend antwoord kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Commissie verzoekt de lidstaten maatregelen tot omzetting van de bepalingen inzake het EU-noodreisdocument mee te delen

De Europese Commissie heeft besloten inbreukprocedures in te leiden door België, Duitsland, Griekenland, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Polen, Slovenië en Slowakije een aanmaningsbrief te sturen wegens niet-mededeling van de volledige omzetting van Richtlijn (EU) 2019/997 van de Raad tot vaststelling van een uniform EU-noodreisdocument. De richtlijn bepaalt dat de lidstaten EU-noodreisdocumenten afgeven aan EU-burgers van wie de paspoorten verloren, gestolen of vernietigd zijn wanneer zij in het buitenland zijn, zodat zij naar hun land van herkomst of verblijf kunnen terugkeren. Het afgeven van noodreisdocumenten aan EU-burgers is de meest voorkomende vorm van consulaire bescherming in gevallen waarin de lidstaat waarvan de persoon de nationaliteit heeft, geen consulaire vertegenwoordiging heeft in het derde land waar zij zich bevinden. De lidstaten hadden tot 9 december 2024 de tijd om de richtlijn en de begeleidende Gedelegeerde Richtlijn (EU)2024/1986 van de Commissie in hun nationale wetgeving om te zetten. Alle lidstaten zullen op 9 december 2025 beginnen met de afgifte van het uniforme EU Emergency-reisdocument. Tot op heden hebben de elf genoemde lidstaten de Commissie niet in kennis gesteld van de volledige omzetting van de richtlijnen. De Commissie stuurt daarom aanmaningsbrieven naar de betrokken lidstaten, die nu twee maanden de tijd hebben om te reageren en hun omzetting te voltooien en hun maatregelen aan de Commissie mee te delen. Bij ontstentenis van een bevredigend antwoord kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Commissie verzoekt lidstaten maatregelen tot omzetting van de bepalingen van de richtlijn inzake genderevenwicht in raden van bestuur mee te delen

De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te leiden door België, Tsjechië, Estland, Griekenland, Cyprus, Letland, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk en Roemenië een aanmaningsbrief te sturen omdat zij de Commissie niet in kennis hebben gesteld van de maatregelen tot omzetting van de richtlijn inzake de verbetering van het genderevenwicht bij bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen en daarmee samenhangende maatregelen (Richtlijn 2022/2381), en door Bulgarije, Denemarken, Ierland, Frankrijk, Polen en Portugal een aanmaningsbrief te sturen omdat zij slechts kennis hebben gegeven van gedeeltelijke omzetting van de richtlijn.

De richtlijn inzake genderevenwicht in raden van bestuur streeft naar een evenwichtigere vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de raden van bestuur van beursgenoteerde ondernemingen in alle EU-lidstaten. De richtlijn stelt een streefcijfer vast van 40 procent van het ondervertegenwoordigde geslacht onder de niet-uitvoerende bestuurders van grote beursgenoteerde ondernemingen in de EU, en van 33 procent onder alle bestuurders. 

De richtlijn is in december 2022 in werking getreden en de lidstaten hadden tot 28 december 2024 de tijd om de bepalingen van de richtlijn om te zetten. De Commissie stuurt daarom aanmaningsbrieven naar België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Ierland, Griekenland, Frankrijk, Cyprus, Letland, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal en Roemenië, die nu twee maanden de tijd hebben om te reageren, de omzetting te voltooien en de Commissie van hun maatregelen in kennis te stellen. Bij ontstentenis van een bevredigend antwoord kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

De Commissie verzoekt de lidstaten de richtlijn inzake de veiligheid van veerboten volledig om te zetten

De Europese Commissie heeft besloten inbreukprocedures in te leiden door Bulgarije, Luxemburg, Nederland en Polen een aanmaningsbrief te sturen omdat zij Richtlijn 2023/946 inzake de veiligheid van veerboten niet volledig hebben omgezet.  De nieuwe regels zijn van toepassing op nieuw gebouwde schepen en op schepen die voor het eerst in de EU mogen varen. Volledige tenuitvoerlegging van de richtlijn is van essentieel belang om de veiligheid van veerboten te verbeteren door passagiers te beschermen tegen overstromingen bij een aanvaring en ervoor te zorgen dat de EU-regelgeving in overeenstemming is met de internationale normen van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). De uiterste datum voor de omzetting van de richtlijn in nationaal recht door de lidstaten was 5 december 2024. De Commissie stuurt daarom aanmaningsbrieven naar de vier betrokken lidstaten, die nu twee maanden de tijd hebben om te reageren, hun omzetting te voltooien en hun maatregelen aan de Commissie mee te delen. Bij ontstentenis van een bevredigend antwoord kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.

Meer informatie: