Burgerschap van de Unie

Burgerschap van de Unie: inleiding en inhoudsopgave

Het begrip "burger van de Unie" is voor het eerst officieel geïntroduceerd in het Verdrag van Maastricht. Daarin werd de volgende doelstelling opgenomen: "de bescherming van de rechten en de belangen van de onderdanen (van de lidstaten) door de instelling van een burgerschap van de Unie." Hoewel het Europees burgerschap in eerste instantie niet zoveel om het lijf had, heeft het steeds meer betekenis gekregen. Het Hof van Justitie heeft via zijn rechtspraak een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling en versterking van het Europees burgerschap. Ook de andere EU-instellingen spelen een belangrijke rol bij de bevordering van de aan het burgerschap van de Unie verbonden rechten. Op deze pagina vindt u meer informatie over het EU-burgerschap en de daaraan verbonden rechten met verwijzingen naar de belangrijkste websites, documentatie, wetgeving, rechtspraak en juridische teksten.

Wanneer is iemand EU-burger?

Aan elke EU-burger wordt rechtstreeks het burgerschap van de Unie verleend zoals bepaald door artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Iedereen die de nationaliteit van een EU-lidstaat heeft, is daarmee ook EU-burger. Het EU-burgerschap is een aanvulling op het nationale burgerschap (géén vervanging daarvan). Het is de bevoegdheid van iedere lidstaat om te bepalen onder welke voorwaarden iemand de nationaliteit van dat land kan verkrijgen of verliezen.

  • ECER-bericht - EU-Hof verwerpt hogere voorzieningen van Britse burgers die het verlies van hun EU-burgerschapsrechten aanvechten (16 juni 2023)
  • ECER-bericht - EU-Hof: onderdanen van het VK hebben het EU-burgerschap en de daaraan verbonden kiesrechten verloren door Brexit (10 juni 2022)

Het EU-Hof heeft echter wel bepaald dat lidstaten bij de uitoefening van hun bevoegdheid inzake nationaliteit het EU-recht moeten eerbiedingen. Zo blijkt uit de zaak C-135/08, Rottmann dat bij besluiten die kunnen leiden tot het verlies van nationaliteit van een EU-lidstaat via toepassing van een evenredigheidstoets rekening dient te worden gehouden met het bezit van het Europese burgerschap en de daaraan verbonden rechten.

Zie voor een aantal belangrijke arresten van het EU-Hof inzake het verband tussen de nationaliteit van een lidstaat en het EU-burgerschap: C-369/90, Micheletti, C-192/99, Kaur , C-200/02, Zhu & Chen , C-300/04, Eman & Sevinger , C-135/08, Rottmann en C-34/09, Ruiz Zambrano.

De verkrijging en het verlies van de Nederlandse nationaliteit is geregeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap.  Meer informatie is ook te vinden via de site van de Rijksoverheid. Via de website van het EUDO Citizenship Observatory zijn datasets te raadplegen met informatie over de regelingen van de lidstaten met betrekking tot verkrijging en verlies van nationaliteit.  

In dit ECER-dossier wordt een overzicht gegeven van de volgende onderwerpen:

  • de rechten die aan het EU-burgerschap verbonden zijn
  • de rechten die aan het EU-burgerschap gerelateerd zijn
  • een overzicht van de belangrijkste documentatie, websites, jurisprudentie en wetgeving over het EU-burgerschap.