Mogelijk met de interne markt verenigbare steun
Artikel 107, lid 3, EU-Werkingsverdrag bevat daarnaast nog vijf grondslagen op basis waarvan staatssteun mogelijk als met de interne markt verenigbaar kan worden beschouwd:
- De steun bevordert de economische ontwikkeling van streken waar de levensstandaard abnormaal laag is, of waar een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst (‘regionale steun’ artikel 107, lid 3, sub a);
- De steun bevordert de verwezenlijking van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI), of heft een ernstige verstoring van de economie binnen een lidstaat op (artikel 107, lid 3, sub b);
- De steun vergemakkelijkt de ontwikkeling van bepaalde economische bedrijvigheid of regionale economieën (mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt niet zodanig veranderen dat dit een gemeenschappelijk belang schaadt, zie artikel 107, lid 3, sub c);
- De steun bevordert de cultuur en instandhouding van het culturele erfgoed (mits de maatregelen de voorwaarden inzake het handelsverkeer en de mededinging niet zodanig veranderen dat dit het gemeenschappelijk belang schaadt, zie artikel 107, lid 3, onder d); of
-
Andersoortige steunmaatregelen
die, op voorstel van de Europese Commissie bij
besluit van de Raad worden vastgesteld
(uitzonderlijke situatie).
Onderstaand volgen voor elk van
deze bepalingen enkele voorbeelden en – waar relevant
bij die voorbeelden- de voornaamste Richtsnoeren of
Kaderregelingen voor:
Regionale steun (artikel 107,
lid 3, sub a)
De voorwaarden waaronder de Commissie regionale steun onder dit artikel verenigbaar acht met de EU-interne markt heeft zij uiteengezet in de voormalige Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen (die golden tot 31 december 2021). Vanaf 1 januari 2022 tot 31 december 2027 gelden nieuwe Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen (Mededeling 2021/C 153/01). Deze Richtsnoeren bevatten een lijst van gebieden (‘regionale steunkaarten’) in de lidstaten die voor steun onder (onder meer) dit artikel in aanmerking komen, alsook voorschriften ten aanzien van de verschillende vormen die regionale steun kan aannemen.
Meer informatie:
Website
Europese Commissie: horizontale
regels voor steun via artikel 107, lid 3 sub a en
c
Website
Europese Commissie: Regionale
steun
Verwezenlijking belangrijk
gemeenschappelijk Europees project, of opheffing
ernstige verstoring van economie lidstaat (artikel
107, lid 3, sub b)
Er is sprake van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang wanneer dit deel uitmaakt van een Europees programma dat door verschillende lidstaten samen op geharmoniseerde wijze wordt gesteund. Ook kan hiervan sprake zijn wanneer lidstaten hebben besloten een gemeenschappelijk probleem zoals milieuvervuiling te bestrijden ( zie ook gevoegde zaken 62 en 72/87 Waalse Gewestexecutieve/Commissie ). De afgelopen jaren heeft staatssteun ten behoeve van Important Projects of Common European Interest (IPCEI) een belangrijke doorontwikkeling doorgemaakt. Nadere criteria op basis waarvan kan worden bepaald of een steunmaatregel de verwezenlijking van een project van gemeenschappelijk Europees belang bevordert zijn te vinden in de Mededeling Criteria voor de beoordeling van de verenigbaarheid met de interne markt van staatssteun ter bevordering van de verwezenlijking van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (2021/C 528/02) van de Commissie. Voorbeelden van steun aan een project van gemeenschappelijk Europees belang zijn:
- Een belastingmaatregel en garantie van Zweden en Denemarken ten behoeve van de bouw van de Øresund-brug (2014) vormde staatssteun. De Commissie keurde de steunmaatregel echter goed op basis van haar bijdrage aan de realisatie van een belangrijk gemeenschappelijk Europees belang (zie SA.36558 en SA.36662 (EN))
- Zie ook ECER-bericht (14 juni 2023) over goedkeuring van (ook Nederlandse) staatssteun aan een IPCEI-project voor micro-elektronica en communicatietechnologie
- Zie ook ECER-bericht (22 september 2023) over aankondiging van oprichting van een IPCEI forum
Meer informatie:
Website
Europese Commissie:
Staatssteun- IPCEI
Naast de verwezenlijking van een belangrijk gemeenschappelijk Europees project heeft artikel 107, lid 3, sub b ook betrekking op ‘ernstige verstoringen in de economie van een lidstaat’. Hiermee wordt enkel gedoeld op situaties waarin de economie van een lidstaat in zijn geheel is verstoord (arrest Freistaat Sachsen, T-132 en 143/96 ). Voorbeelden zijn onder andere:
- In de Mededeling Tijdelijk crisis- en transitiekader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne (2023/ C 101/03) (TCTF) van begin 2023 (zie ook ECER-dossier EU-ontwikkelingen Rusland-Oekraïne) geeft de Commissie onder meer nadere duiding van mogelijk verenigbare steun onder artikel 107, lid 3, sub b voor bijvoorbeeld energiemaatregelen
- Een voorbeeld van een Nederlandse steunmaatregel, goedgekeurd op grond van artikel 107, lid 3, sub b in de context van de Russische invasie in Oekraïne betreft de Gasopslag Bergermeer (2022), SA.103012 , zie ook dit ECER-bericht
- De uitbraak van Covid-19 (zie ook de Mededeling van de Commissie (2020/C 91 I/01) van maart 2020 inzake de Tijdelijke kaderregeling staatssteun in verband met Covid-19 (nadien meerdere malen verlengd, zie ook ECER-dossier Covid-19). Onder deze kaderregeling zijn onder meer steunpakketten voor de toerismesector met de interne markt verenigbaar verklaard (zie bijvoorbeeld in Slovakije (2021) SA.62256 (EN))
- Zie voor een overzicht van goedgekeurde maatregelen onder artikel 107, lid 3 sub b in het kader van coronasteun (ook aan Nederland) ook dit overzicht van de Commissie
- De Commissie heeft erkend dat de financiële crisis van 2008 een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat vormde. In dat kader heeft zij een aantal mededelingen uitgebracht waarin criteria worden geformuleerd voor met artikel 107, lid 3, onder b) EU-Werkingsverdrag verenigbare staatssteun. Dit zijn bijvoorbeeld de staatssteun gerelateerde Bankenmededeling ( 2013/C 216/01), de Herkapitalisatiemededeling (2009/C 10/03) en de Mededeling besmette activa (2009/C 72/01).
Meer informatie:
Website
Europese Commissie: Staatssteun
en coronavirus
Website
Europese Commissie: Tijdelijke
crisis- en transitiekader staatsteun naar aanleiding
van Rusland- Oekraïne
Vergemakkelijking ontwikkeling
bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of
bepaalde regionale economieën (artikel 107, lid 3,
sub c)
Voor een
geslaagd beroep op deze bepaling moet
volgens de Commissie en het EU-Hof zijn voldaan aan
een aantal vereisten. Ten eerste moet de steun direct
zijn gerelateerd aan een startinvestering, het creëren
van banen, of de reorganisatie van een onderneming
(zie arrest Spanje/Commissie,
C-42/93 ). Bovendien moet de steun niet
alleen de ontwikkeling van een bepaalde onderneming
stimuleren, maar de ontwikkeling van een hele regio of
een specifieke sector (zie arrest
Duitsland/Commissie,
C-248/84 ).
Zie over mogelijkheden
voor regionale steun via dit artikel ook de eerder
genoemde Richtsnoeren inzake
regionale steunmaatregelen
(Mededeling 2021/C 153/01).
Voorbeelden van onder deze bepaling met de
interne markt verenigbaar bevonden steun zijn:
- Steun voor Maltese varkensboeren bij de realisatie van diervriendelijkere omstandigheden op hun boerderijen ( SA.59283 (EN)). Zie voor nadere handvaten voor goedkeuring van steun in de land- en bosbouwsector ook de Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (2014/C 204/01), die gold en tot 31 december 2021. De nieuwe (vanaf 2022 geldende) Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbossector en in plattelandsgebieden (2022/C 485/01) zijn hier in te zien.
- Voor een overzicht van goedgekeurde maatregelen onder artikel 107, lid 3 sub c in het kader van coronasteun (niet aan Nederland), zie ook dit overzicht van de Commissie
-
Voor een voorbeeld van een
goedgekeurde Nederlandse steunmaatregel voor
Brexit-steun voor visserij in 2022 (zie ook
dit
ECER-bericht), zie
SA.64737
Meer informatie:
Website
Europese Commissie: horizontale
regels voor steun via artikel 107, lid 3 sub a en
c
Website
Europese Commissie: regelgeving
staatssteun land-, bosbouw en platteland
Website
Europese Commissie: regelgeving
staatssteun sport
Steunmaatregelen ter
bevordering van instandhouding cultuur en cultureel
erfgoed (artikel 107, lid 3, sub d)
Voorbeelden van onder deze bepaling door de
Commissie met de interne markt verenigbaar geachte
staatssteun zijn bijvoorbeeld Duitse maatregelen uit
2017 ter bevordering van de ontwikkeling van cultureel
relevante games ( SA. 46572
(EN)), Spaanse steun (2016) ten
behoeve van culturele tijdschriften in verschillende
(regionale) talen ( SA.43878
(EN)) en een Nederlandse
steunregeling voor de stimulering van filmproductie
uit 2014 ( SA.38099
). Daarnaast bevat de
Mededeling van de Commissie
betreffende staatssteun voor films en andere
audiovisuele werken
(2013/C 332/01) nog handvaten
om steun in deze sectoren met de interne markt
verenigbaar te laten verklaren onder o.a.
artikel 107 lid 3 sub d
EU-Werkingsverdrag
.
Meer informatie:
Website
Europese Commissie: regelgeving
staatssteun media
Andere, door de Raad
vastgestelde, steunmaatregelen (artikel 107, lid 3,
sub e)
De Raad
is daarnaast bevoegd om andere
steunmaatregelen vast te stellen die mogelijk
verenigbaar zijn met de interne markt (zie ook de
laatste paragraaf hierna over aanmelden bij de Raad
onder de subtab
Procedure voor het aanmelden van steun (laatste
paragraaf)). Van deze bevoegdheid heeft de Raad in het
verleden bijvoorbeeld gebruik gemaakt op het gebied
van steun aan de scheepsbouw (op basis van voormalig
richtlijn 94/73/EG
(inmiddels vervallen) over
staatssteun aan de scheepsbouw) en aan de
steenkoolindustrie. Zie voor een voorbeeld van een
Nederlandse goedgekeurde steunmaatregel voor
scheepsbouw op basis van dit artikel 107, lid 3, sub
e) ook SA.25433
(uit 2008). Meer recente
voorbeelden van goedgekeurde staatssteun op basis van
dit artikel sub e) in de staatssteundatabase
van de Europese Commissie
betreffen bijvoorbeeld steunmaatregelen voor mijnbouw
in Polen en Slowakije.