Op deze pagina:
Punt op de agenda van een vergadering van de Raad waarover volledige overeenstemming bestaat en dat de Raad dus zonder debat kan goedkeuren. Wel kunnen stemverklaringen worden afgelegd en verklaringen in de notulen worden vastgelegd. Wanneer naar aanleiding daarvan alsnog debat ontstaat, wordt het punt van de agenda afgevoerd, tenzij de Raad anders beslist.
Een aanbeveling is een niet-verbindende rechtshandeling van de EU-instellingen (artikel 288, vijfde alinea, EU-Werkingsverdrag). Een voorbeeld hiervan is de aanbeveling die de Raad kan doen aan een lidstaat die een buitensporig overheidstekort heeft (artikel 126, lid 7, EU-Werkingsverdrag). Zie voor meer informatie de ECER-pagina over soorten besluiten.
De EU kan aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door haar instellingen of personeelsleden in de uitoefening van hun functies. Voor aansprakelijkheid wegens een onrechtmatige gedraging moet voldaan zijn aan de volgende drie (cumulatieve) voorwaarden. Er moet sprake zijn van schade, er moet een causaal verband bestaan tussen de gestelde schade en de bestreden gedraging, en de gedraging moet onrechtmatig zijn.
Lidstaten kunnen aansprakelijk worden gesteld voor aan particulieren veroorzaakte schade als gevolg van schending van het EU-recht. Dit geldt voor alle organen van een lidstaat, met inbegrip van de rechterlijke macht. Dit is door het EU-Hof vastgesteld in de arresten Brasserie du Pecheur ( C-46/93 ) en Factortame ( C-48/93 ). Voor aansprakelijkheid moet voldaan zijn aan dezelfde drie voorwaarden die gesteld zijn aan aansprakelijkheid van de EU. Voor meer informatie over de aansprakelijkheid van de EU en de lidstaten verwijzen wij u graag door naar dit dossier .
Het vermogen van een land of een organisatie om steun te ontvangen en efficiënt te gebruiken. In het kader van de toetreding van nieuwe lidstaten ziet het begrip op het vermogen van de EU om een nieuwe lidstaat op te nemen, in het bijzonder met het oog op het vrij verkeer van personen.
ACP staat voor African, Carribean and Pacific Group of States. Tot de ACP horen 77 landen uit Afrika (47), het Caribisch gebied (15) en de Stille Oceaan (15) waarmee de EU afspraken maakt over handel en ontwikkelingshulp. Bekende akkoorden zijn die van Lome (1975), Cotonou (2000) en Samoa (2023). Zie voor meer informatie dit ECER-dossier over associatieovereenkomsten.
De hoogste nationale rechter is verplicht prejudiciële vragen te stellen aan het EU-Hof indien een vraag van EU-recht voor deze rechter wordt opgeworpen (artikel 267 EU-Werkingsverdrag). Een uitzondering op deze plicht geldt wanneer geen twijfel mogelijk is over de juiste uitleg van de rechtsregel (acte clair) of wanneer het EU-Hof die regel al een keer heeft uitgelegd (acte éclairé).
Franse uitdrukking voor 'de verworvenheden van de EU'. De verzameling verdragen, wetgeving (bijvoorbeeld richtlijnen en verordeningen) en jurisprudentie van het EU-Hof. Samen vormen zij het geheel van regels waaraan de instellingen en de lidstaten zich moeten houden. 'Het acquis aanvaarden' betekent: zich aanpassen aan de EU in de juridische toestand waarin deze verkeert. Kandidaat-lidstaten moeten het 'acquis' aanvaarden voordat zij tot de EU kunnen toetreden (zie voor meer informatie het dossier over de Uitbreiding van de EU). De aanduiding ‘acquis communautaire’ (gemeenschapsacquis) is sinds het Verdrag van Lissabon vervangen door ‘acquis van de Unie'.
Niet-verbindende rechtshandeling van de EU-instellingen (artikel 288, vijfde alinea, EU-Werkingsverdrag). Wordt uitgebracht wanneer de EU-instellingen of organen een oordeel willen geven over een bepaalde situatie of gebeurtenis. Bijvoorbeeld: als een Europese staat verzoekt lid te worden van de EU, wordt de Commissie door de Raad gevraagd een advies uit te brengen (artikel 49 EU-Verdrag). Dit advies is belangrijk voor het verdere toetredingsproces. Ander voorbeeld: het EU-Hof kan op verzoek van een andere instelling advies uitbrengen over de vraag of een voorgenomen internationale overeenkomst waarbij de EU partij wordt in overeenstemming is met het Europese recht. Als het Hof negatief adviseert, kan de overeenkomst niet zonder de noodzakelijke wijzigingen worden gesloten (artikel 218, lid 11, EU-Werkingsverdrag). Zie voor meer informatie de ECER-pagina over advieszaken bij het EU-Hof.
Adviseur van het EU-Hof. De advocaten-generaal hebben tot taak in het openbaar in volkomen onpartijdigheid en onafhankelijkheid met redenen omklede adviezen uit te brengen (conclusies te nemen) in rechtszaken (artikel 252 EU-Werkingsverdrag)
Vaste rechtspraak van het EU-Hof op grond waarvan de EU exclusief bevoegd is een internationale overeenkomst te sluiten indien dat noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen, of indien die sluiting gevolgen kan hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan kan wijzigen. (Voor het eerst ontwikkeld in het arrest van het Hof van Justitie over het ‘Accord Europeen sur les Transport Routiers’ (AETR), zaak 22/70). Deze rechtspraak is sinds het Verdrag van Lissabon gecodificeerd in het EU-Werkingsverdrag (artikel 3, lid 2).
Ook: secundair recht. Maatregelen zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten, die door de EU-instellingen zijn vastgesteld op basis van de EU-verdragen. De verdragen zelf worden aangeduid met de term primair recht.
Instanties die door de EU worden opgericht om een specifiek technische, wetenschappelijke of beheerstaak te verrichten binnen de EU. Zij zijn gevestigd in verschillende EU-landen. Bekende agentschappen zijn Europol en Eurojust (Den Haag), en Frontex (Warschau). Voor meer informatie kunt u terecht op de ECER-pagina over EU-agentschappen.
De Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE) is een politieke partij die opereert op het niveau van de Europese Unie.
Informeel besluit van de Raad over politieke overeenstemming in een dossier op een moment waarop het Europees Parlement nog geen standpunt heeft bepaald.
Ongeschreven bronnen van EU-recht die elementaire opvattingen over recht en rechtvaardigheid weerspiegelen en één van de belangrijkste rechtsbronnen van de EU. Deze beginselen zijn hoofdzakelijk ontwikkeld door het EU-Hof op basis van de rechtsbeginselen die de lidstaten gemeen hebben. Tot deze beginselen behoren onder andere de waarborging van de grondrechten, het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel en het discriminatieverbod. Een aantal is gecodificeerd in het Handvest van de Grondrechten van de EU. Zie voor meer informatie de ECER-pagina over de beginselen van de EU.
Niet gericht tot een bepaalde welomschreven groep (besluit van algemene strekking).
Mededingingsregels voor ondernemingen. Het antitrust-beleid bestaat uit het verbod op kartelvorming door bedrijven, het verbod op misbruik van machtspositie en het toezicht op fusies. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over Mededinging.
Een producent uit een niet-EU-land maakt zich schuldig aan 'dumping' indien hij een product naar de EU invoert tegen een prijs die lager ligt dan zijn 'normale waarde'. De normale waarde is gebaseerd op de prijzen die door onafhankelijke afnemers in het land van uitvoer in het kader van normale handelstransacties worden betaald of dienen te worden betaald. De EU kan anti-dumping maatregelen aannemen. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over anti-dumping.
De Antici-groep, vernoemd naar de grondlegger Paolo Massimo Antici, is een werkgroep, van assistenten van de Permanente Vertegenwoordigers, waarin het werk wordt voorbereid van het Comité van Permanente Vertegenwoordigers, en wel het COREPER-II. Het werk van de Antici-groep bestaat voornamelijk uit politieke kwesties, het externe beleid van de EU en JBZ-onderwerpen. De evenknie van Antici is de Mertensgroep, die het werk voorbereidt van COREPER-I.
Agenda-term: Any other business (wat verder ter tafel komt – wvttk). Onder dit punt doet het Voorzittterschap in de vergadering van de Raad mededelingen of brengt het verslag uit. Inbreng van ministers of discussie is niet toegestaan.
Asia-Europe Meeting (ontmoeting Azie-Europa). Forum voor dialoog tussen Europese en Aziatische landen. Dit vindt met name plaats door iedere twee jaar een top te organiseren.
Overeenkomsten met derde landen waarmee de Unie een bijzondere relatie tot stand wil brengen. Associaties worden gekenmerkt door wederkerige rechten en verplichtingen, gemeenschappelijk optreden en bijzondere procedures. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over Associatieovereenkomsten.
Een associatieovereenkomst voorziet doorgaans in de oprichting van een associatieraad bestaande uit vertegenwoordigers van de partijen op ministerieel niveau. Vaak kan de associatieraad op grond van de associatieovereenkomst bindende besluiten nemen. Deze besluiten maken onderdeel uit van het EU-recht.
Ook wel het beginsel van bevoegdheidstoedeling genoemd. Op grond van dit beginsel handelt de EU enkel binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten in de Verdragen zijn verleend (artikel 5, lid 2 VEU). Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over het attributiebeginsel.
Frans woord voor advies. Zie advies hierboven.
Naar boven
Punt op de agenda van een vergadering van de Raad waarover in de voorbereiding door Coreper nog geen overeenstemming werd bereikt. Er kan dus nog een debat in de Raad over plaatsvinden. Zie ook: Vals B-punt.
De Bankenunie is het beleid van de Europese Unie gericht op de integratie van de banksector in de eurozone.
Samenwerking van de EU met de niet-EU-landen rond de Middellandse Zee, gericht op verbetering van de economie en financiële ondersteuning.
Bijzondere besluitvormingsprocedure ter goedkeuring van de jaarbegroting (artikel 314 EU-Werkingsverdrag). Zie voor meer informatie dit ECER-dossier over de jaarbegroting.
Het parlementair behandelvoorbehoud is een bijzondere informatieprocedure tussen de Nederlandse regering en het parlement, ingesteld bij de Rijkswet houdende Goedkeuring van het Verdrag van Lissabon (ook wel: Goedkeuringswet). Wanneer deze procedure door de Tweede of Eerste Kamer formeel wordt gestart, kan de regering geen onomkeerbare standpunten innemen, voordat met de Kamer overleg is gevoerd. Het voorbehoud verbiedt de regering niet om mee te onderhandelen in Brussel. Als gevolg van een parlementair behandelvoorbehoud van de Kamer dient de Regering in Brussel melding te maken van een parlementair voorbehoud. Zie voor meer informatie ook deze ECER-EU-essentieel-webpagina.
Ook: conciliatiecomité. Comité bestaande uit vertegenwoordigers van Raad, Europees Parlement en Commissie, dat tot taak heeft een impasse in de ‘gewone wetgevingsprocedure’ te doorbreken. Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over het bemiddelingscomité.
Hoofdgebouw van de Europese Commissie in Brussel.
Verzoek aan het EU-Hof om een EU-maatregel ongeldig te verklaren wegens onbevoegdheid, schending van wezenlijke vormvoorschriften, schending van het Verdrag of van enige uitvoeringsregeling daarvan of misbruik van bevoegdheid (artikel 263 EU-Werkingsverdrag). Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over het beroep tot nietigverklaring.
Verzoek aan het EU-Hof om vast te stellen dat een instelling in strijd met een verdragsverplichting nalaat een bepaalde maatregel vast te stellen (artikel 265 EU-Werkingsverdrag). Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over het beroep wegens nalaten.
Oude term uit EG-Verdrag. Nu: ‘besluit’ van één van de instellingen van de EU (meestal Commissie of Raad) waarin het EU-recht in concrete, individuele gevallen wordt toegepast. Een beschikking kan gericht zijn tot lidstaten, ondernemingen, rechtspersonen en particulieren en is verbindend in al haar onderdelen. Zie ook ‘besluit’.
Een rechtshandeling van de EU die verbindend is in al haar onderdelen. In beginsel van algemene strekking, tenzij het besluit uitdrukkelijk is gericht tot bepaalde adressaten (de voormalige ‘beschikking’), dan is het besluit alleen voor hen verbindend. Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over soorten besluiten.
De besluitvormingsprocedures in de Europese Unie zijn opgenomen in het EU-Verdrag, het EU-Werkingsverdrag en het Euratom-Verdrag. Daarin wordt voor de diverse besluiten voorgeschreven welke procedures moeten worden gevolgd en wie daarbij betrokken zijn. De belangrijkste besluitvormingsprocedures zijn de gewone wetgevingsprocedures, de bijzondere wetgevingsprocedures, de goedkeuringsprocedure en de begrotingsprocedure. Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over besluitvormingsprocedures.
De EU heeft bevoegdheden voor zover daar een basis voor is in de EU-verdragen (zie ook attributiebeginsel). Deze bevoegdheden strekken tot uitvoering van de taken van de EU. Voor elke genomen maatregel moet dus een duidelijk aanwijsbare rechtsbasis zijn. De bevoegdheden van de EU worden onderscheiden in exclusieve bevoegdheden, gedeelde bevoegdheden en aanvullende of ondersteunende bevoegdheden. Deze staan omschreven in de artikelen 3 t/m 6 van het EU-Werkingsverdrag. Indien geen uitdrukkelijke bevoegdheid aanwijsbaar is in de verdragen, kan een beroep worden gedaan op artikel 352 van het EU-Werkingsverdrag onder de daar omschreven voorwaarden (de zogenoemde flexibiliteitsclausule).
Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen. Interdepartementaal overlegorgaan onder voorzitterschap van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Verricht eerste inhoudelijke beoordeling van alle nieuwe Europese regelgevende voorstellen en deelt verdere behandeling daarvan toe aan de beleidsverantwoordelijke departementen. De beoordeling wordt vastgelegd in het zogenaamd BNC-fiche, dat onder meer aan de Eerste en Tweede Kamer verzonden wordt.
Procedure in het Verdrag van Lissabon om burgers meer invloed te geven op het beleid van de EU-instellingen (artikel 11, lid 4, EU-Verdrag en artikel 24, eerste alinea, EU-Werkingsverdrag). Ten minste één miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit een significant aantal lidstaten, kunnen de Europese Commissie verzoeken een voorstel te doen voor een bepaald besluit. De precieze voorwaarden voor de toepassing van het burgerinitiatief zijn vastgesteld in een verordening van de Raad en het Europees Parlement. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over het burgerinitiatief.
Iedere persoon die de nationaliteit bezit van een lidstaat is burger van de Unie (artikel 9 EU-Verdrag en artikel 20, lid 1, EU-Werkingsverdrag). De status van burger van de Unie is geregeld in de artikelen 20 tot en met 25 van het EU-Werkingsverdrag. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over het Burgerschap van de Unie.
Common Agricultural Policy: gemeenschappelijk landbouwbeleid (zie ook GLB). Zie voor meer informatie het ECER-dossier over landbouw.
Comité gebaseerd op het voormalige artikel 36 EU-Verdrag (Comité de l’Article Trente-Six). Het comité is gehandhaafd na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Het coördineert werkzaamheden van Raadswerkgroepen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking en bereidt de werkzaamheden van COREPER-II op dit gebied voor.
Common Foreign and Security Policy (Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid - GBVB). Zie voor meer informatie het ECER-dossier over het GBVB.
Close of Business (Deadline: einde van de werkdag).
Coördinatiecommissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen. Interdepartementaal ambtelijk overlegorgaan onder voorzitterschap van de minister van Buitenlandse Zaken. Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over de Coco.
Zie medebeslissingsprocedure.
Het intrekken van verschillende reeds bestaande wetteksten en vervanging daarvan door één enkele officiele wettekst die geen enkele inhoudelijke wijziging van de betrokken wetteksten bevat.
De leden van de Europese Commissie vormen samen het College van Commissarissen. Het college bestaat uit 27 Commissarissen, voor elke lidstaat één, waarbij wordt uitgegaan van gelijkheid van de leden. Zij werken op basis van het collegialiteitsbeginsel. Dit betekent dat de besluiten in gezamenlijk overleg worden genomen en dat alle leden collectief verantwoordelijk zijn. Zie voor meer informatie de ECER-pagina over de Europese Commissie.
Voorbereidende instanties van de Raad of ter ondersteuning van de Commissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten. Zie voor meer informatie de ECER-pagina over comités.
Adviesorgaan ingesteld door de EU-verdragen. Samengesteld uit vertegenwoordigers van regionale en lokale overheden. Het wordt geraadpleegd in de door de EU-verdragen voorgeschreven gevallen en in de gevallen waarin de Raad of de Commissie dit wenselijk achten. Het kan bovendien door het Europees Parlement worden geraadpleegd en op eigen initiatief een advies uitbrengen.
Zie COREPER.
Het systeem van comités die de Commissie ondersteunen bij de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden die in verordeningen of richtlijnen aan de Commissie zijn toebedeeld. Deze comités bestaan uit afgevaardigden van de lidstaten. De Commissie zit de comités voor. De comités kennen verschillende vormen en bevoegdheden. Zie voor meer informatie de ECER-pagina over comitologie.
De werkwijze van de EU bij de besluitvorming, meestal in contrast met de intergouvernementele methode: de Commissie dient een voorstel in bij de Raad en het Europees Parlement die erover debatteren, wijzigingen voorstellen en ten slotte gezamenlijk tot besluitvorming komen. De Raad besluit in de regel met gekwalificeerde meerderheid.
Bemiddelingsprocedure die wordt gestart wanneer in tweede lezing van de gewone wetgevingsprocedure geen overeenstemming kan worden bereikt tussen Raad en Europees Parlement. Zie ook bemiddelingscomité.
Tabel waarin wordt aangegeven welke oude bepalingen inhoudelijk overeenstemmen met nieuwe bepalingen, bijvoorbeeld na een hernummering.
Formatie van de Raad van de Europese Unie die bevoegd is op de gebieden interne markt, industrie, onderzoek en innovatie, en ruimtevaart.
Besluitvorming bij consensus betekent dat alle deelnemers zich kunnen vinden in het besluit. Er hoeft geen stemming plaats te vinden. Verschil met unanimiteit: daar wordt wel gestemd, maar deelnemers kunnen zich onthouden van stemming wanneer zij zich niet kunnen vinden in het besluit en het besluit ook niet willen blokkeren door een veto. Onthouding van stemmen verhindert niet dat het besluit met unanimiteit wordt aangenomen.
Het Comité des Répresentants Permanents (Comité van Permanente Vertegenwoordigers) is het voorportaal van de Raad en de hoogste ambtelijke groep binnen de Raad. Het coördineert de werkzaamheden van de Raad en bereidt die voor. Komt wekelijks meermaals bijeen. Er zijn twee samenstellingen van Coreper. Coreper I bestaat uit plaatsvervangers van de Permanente Vertegenwoordigers van de lidstaten bij de Europese Unie. Bespreekt doorgaans de meer technische dossiers en terreinen als Interne markt, transport, onderzoek en ontwikkeling. Coreper II bestaat uit de Permanente Vertegenwoordigers zelf en bespreekt o.a. ‘horizontale’ kwesties, politieke aangelegenheden, het externe beleid, JBZ-beleid, financiele kwesties en de begroting.
Het COREU is een communicatienetwerk tussen de 27 EU-lidstaten, de Raad, de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de Europese Commissie. Door de verstrekking van een regelmatige informatiestroom bevordert het de samenwerking bij het buitenlands en veiligheidsbeleid en de uitvoering daarvan. Door het COREU kan de EU bij noodtoestanden snel reageren, bijvoorbeeld door op zeer korte termijn in te stemmen met een EU-standpunt bij vraagstukken in het Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB).
Permanent comité voor de operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid. Onder toezicht van Coreper belast met de coördinatie van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over COSI.
De overeenkomst van Cotonou is een verdrag tussen de Europese Unie en landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ook wel ACS-landen), gericht op armoedebestrijding en het meedoen van de ACS-landen in de wereldeconomie. De overeenkomst van Cotonou is opgevolgd door de overeenkomst van Samoa (2023). Zie voor meer informatie het ECER-dossier over associatieovereenkomsten.
Coöperatie- en Verificatiemechanisme in het kader van de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de EU. Dit mechanisme werd ingezet om na te gaan of Roemenië en Bulgarije voldoende vooruitgang maken met hervorming van het rechtsstelsel, bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad. In 2023 heeft de Europese Commissie besloten om het mechanisme formeel af te sluiten (zie dit ECER-bericht voor meer informatie).
DAB staat voor Dienst van algemeen belang. Zie voor meer informatie het ECER-dossier daarover.
DAEB staat voor dienst van algemeen economisch belang. Zie voor meer informatie het ECER-dossier daarover.
De ‘de minimis-regel’ houdt in dat als een bedrag onder een bepaald plafond blijft, de markt daardoor niet ongunstig beïnvloed wordt. Het is een belangrijk criterium voor de Europese Commissie om te beoordelen of sprake is van een merkbare verstoring van de mededinging, bijvoorbeeld in onderzoeken naar staatssteun. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over de-minimisvrijstellingsverordeningen.
Op grond van artikel 290 EU-Werkingsverdrag kan de Uniewetgever aan de Commissie de bevoegdheid overdragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen. Zie voor meer informatie de ECER-pagina over delegatie.
Aanduiding voor andere landen dan de landen die lid zijn van de Europese Unie.
Directoraat-Generaal (zie ook daar) of directeur-generaal.
Directoraat-Generaal Europese Samenwerking of de directeur-generaal Europese Samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Directie Integratie Europa van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het ambtelijk apparaat van de Europese Commissie is opgedeeld in directoraten-generaal (DG’s), die elk een eigen beleidsterrein bestrijken. De DG’s zijn genoemd naar de beleidsterrein(en) (bijvoorbeeld DG Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf (GROW) of DG Concurrentie).
De bevoegdheid om zelfstandig een oordeel te vellen over een bepaalde situatie en daarin bindende besluiten te nemen. Als de Verdragen, richtlijnen of verordeningen beoordelingsruimte laten, zal de rechter beslissingen slechts marginaal toetsen. Dat betekent dan dat die beslissingen zijn toegestaan tenzij ze kennelijk onredelijk zijn.
Binnen de werkingssfeer van de EU-verdragen mag geen onderscheid gemaakt worden op basis van nationaliteit (zie artikel 18 EU-Werkingsverdrag). De meer specifieke bepalingen met betrekking tot goederen, diensten en kapitaal vormen een uitwerking van dit algemene beginsel. Maatregelen ter bestrijding van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid kunnen binnen de grenzen van de bevoegdheden van de EU worden getroffen op basis van artikel 19 EU-Werkingsverdrag. Het beginsel van gelijke behandeling is volgens vaste rechtspraak ook een algemeen beginsel van Unierecht. Het houdt in dat gelijke gevallen niet ongelijk behandeld mogen worden en dat ongelijke gevallen niet gelijk behandeld mogen worden zonder dat daarvoor een rechtvaardiging bestaat. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over non-discriminatie.
Verstoring van de werking van de interne markt waardoor de concurrentie tussen ondernemingen of bedrijfstakken wordt vervalst. Vaak veroorzaakt door verschillen tussen nationale regelgeving van de lidstaten.
Afdeling Europees Recht van de Directie Juridische Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze afdeling is belast met de advisering van BZ en de departementen over alle aspecten van het Europees recht. Voorts verzorgt de afdeling de procesvoering van de Nederlandse regering bij de Europese Hoven in Luxemburg. Van deze afdeling maakt ook het Expertisecentrum Europees Recht (ECER) deel uit. DJZ/ER verzorgt mede het secretariaat van de ICER-H.
Verplichting van elke lidstaat om bij de inrichting van de interne rechtsorde ervoor te zorgen dat de uitoefening door justitiabelen van de door de EU-rechtsorde verleende rechten in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk wordt gemaakt. Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over het doeltreffendheidsbeginsel.
Zie Europese Centrale Bank.
Het Expertisecentrum Europees Recht (ECER) wordt beheerd door de afdeling Europees Recht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ECER stelt kennis over Europees recht en de praktische aspecten van Europa beschikbaar aan alle medewerkers van de Haagse kerndepartementen die in hun werkzaamheden met ‘Europa’ te maken krijgen.
De European Case Law Identifier of ECLI is een unieke codering (uniform resource identifier) voor gerechtelijke uitspraken in de Europese Unie en haar lidstaten.
De raadsformatie Economische en Financiele Zaken bestaat uit de ministers van economische zaken en/of financiën van de lidstaten van de Europese Unie. De Ecofin-raad vergadert formeel een keer per maand.
Dit adviescomité van de EU is samengesteld uit vertegenwoordigers uit de diverse sectoren van het maatschappelijk leven. Het wordt geraadpleegd in de door de EU-Verdragen voorgeschreven gevallen en in de gevallen waarin de Raad of de Commissie dit wenselijk achten. Het kan bovendien door het Europees Parlement worden geraadpleegd en op eigen initiatief een advies uitbrengen.
European Conservatives and Reformists Group (Europese Conservatieven en Hervormers) is een fractie in het Europees Parlement.
De Europese dienst voor extern optreden (Engels: EEAS of European External Action Service). Deze dienst staat de Hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van de Europese Unie ter beschikking bij de vervulling van zijn ambt. De dienst bestaat uit ambtenaren van de Raad, de Commissie en de lidstaten.
Zie unanimiteit.
Zie Europese Economische Ruimte.
Zie doeltreffendheidsbeginsel.
European Free Trade Association (Europese Vrijhandelsassociatie).
European Free Trade Association Surveillance Authority. Dat is de Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandelsorganisatie, belast met het toezicht op de naleving van de EER-overeenkomst door de deelnemende EVA-staten.
Europese Gemeenschap. Voorheen de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in 2009 is de EG vervangen door de EU.
Zie Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
Europese Politieacademie of European Police College. Meestal aangeduid met de afkorting CEPOL (Collège européen de police). CEPOL is een agentschap van de Europese Unie, belast met opleiding van senior police officers om de politiesamenwerking tussen de lidstaten te bevorderen. CEPOL is gevestigd in Boedapest (Hongarije). Zie voor meer informatie het ECER-dossier over EPA.
European Peoples Party (Europese Volkspartij). Zie EVP.
European Space Agency ofwel de Europese Ruimtevaartorganisatie. ESA is een onafhankelijke Europese organisatie, gevestigd in Parijs, die zich richt op de ontwikkeling van de ruimtevaart in Europa.
Europees Stabilisatie Mechanisme: noodfonds voor de verstrekking van leningen aan Eurolanden in moeilijkheden, gebaseerd op een apart verdrag tussen de lidstaten van de Eurozone en andere lidstaten.
Zie: Europese Unie.
Een project van de EU gericht op een doelmatige afhandeling van klachten over (vermeende) inbreuken van de lidstaten op het EU-recht.
Verdrag betreffende de Europese Unie. Zie Verdrag van Maastricht en Verdrag van Lissabon.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Zie Verdrag van Lissabon.
Databank met regelgeving en rechtspraak van de Europese Unie (http://eur-lex.europa.eu/nl/index.htm).
Zie: Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA).
De Eurogroep bestaat uit ministers van Financien van de EU-lidstaten die de Euro als munteenheid hebben. Dit samenwerkingsverband heeft als doel de coördinatie van economisch beleid binnen de muntunie te bevorderen en zaken te bespreken die de Eurozone aangaan. Het is strikt genomen een informeel orgaan en geen formatie van de Raad. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over de Eurogroep.
Agentschap van de EU voor justitiële samenwerking. Eurojust stimuleert en verbetert de coördinatie van onderzoeken en vervolgingen, en staat de lidstaten bij om ervoor te zorgen dat onderzoek en vervolging doeltreffender worden. Eurojust is gevestigd in Den Haag. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over Eurojust.
Europese Vrijhandelsorganisatie. Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland zijn lid. De EFTA heeft een overeenkomst gesloten met de EU, de zogenaamde EER-overeenkomst (met uitzondering van Zwitserland).
Het Europees Parlement (EP) is een instelling van de Europese Unie. Zie voor meer informatie de ECER-pagina over het Europees Parlement.
Zie Hof van Justitie van de Europese Unie. Ook wel aangeduid als EU-Hof.
De Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale banken van zowel de eurolanden als de niet-eurolanden vormen het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Zie voor meer informatie het ECER-dossier over het ESCB.
Een op 1 juli 1987 in werking getreden aanpassing van het EEG-Verdrag uit 1957. De akte had betrekking op de besluitvorming, de inrichting van de interne markt uiterlijk 1 januari 1993, het monetaire beleid en de Europese Politieke Samenwerking (voorloper van het GBVB).
De Europese Centrale Bank (ECB) is een instelling van de Europese Unie. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over de Europese Centrale Bank.
De Europese Commissie (EC) is een instelling van de Europese Commissie. Zie voor meer informatie de ECER-pagina over de Europese Commissie.
De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-overeenkomst) uit 1992 brengt IJsland, Liechtenstein en Noorwegen (dit zijn drie van de vier Europese Vrijhandelsassociatie (EVA (of EFTA)) landen) op de interne markt van de EU, waarbij het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal wordt gewaarborgd. Behalve de vier vrijheden en bepaalde aspecten van andere, verwante beleidsgebieden (bijvoorbeeld onderwijs, onderzoek, sociale zaken, consumentenbescherming, vennootschapsrecht en het milieu), bestrijkt de overeenkomst regels over mededinging en staatssteun.
Voorheen Europese Economische Gemeenschap (EEG). Opgericht in 1957 bij het Verdrag van Rome. Sinds het Verdrag van Maastricht (1992) hernoemd tot Europese Gemeenschap. Het EG-Verdrag is het Verdrag van Rome (1957) zoals gewijzigd door de verdragen van Maastricht (1992), Amsterdam (1997) en Nice (2000). Bij het Verdrag van Lissabon (2007) is de Europese Gemeenschap volledig opgegaan in de EU en bestaat dus als zodanig niet meer. Het EG-Verdrag heet sindsdien Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (EU-Werkingsverdrag of VWEU).
Opgericht in 1951. Was de eerste van de drie Europese Gemeenschappen, met als doel verzoening in Europa (voornamelijk tussen Frankrijk en Duitsland) door de productie van kolen en staal onder gezag van een Hoge Autoriteit (internationale controle) te brengen. Dit Verdrag is de basis voor de Europese Unie zoals we die vandaag kennen. In juli 2002 is het EGKS-Verdrag van rechtswege beëindigd (het kende een looptijd van 50 jaar). De EGKS-sectoren vielen sindsdien onder het EG-Verdrag en sinds december 2009 onder het EU-Werkingsverdrag.
Opgericht in 1957. Opgericht om de onderzoeksprogramma’s voor ontwikkeling en vreedzaam gebruik van kernenergie van de lidstaten op elkaar af te stemmen. Ziet op de controle op de productie van kernenergie en de daartoe benodigde grondstoffen. Maakte sinds 1992 deel uit van de eerste pijler (zie pijlerstructuur) van de Europese Unie. Is sinds het Verdrag van Lissabon weer een aparte Gemeenschap, maar maakt wel gebruik van de instellingen van de EU.
Financieel orgaan van de EU (artikel 308 EU-Werkingsverdrag). Heeft tot taak om met een beroep op de kapitaalmarkten en op haar eigen middelen bij te dragen tot een evenwichtige en ongestoorde ontwikkeling van de interne markt. Hiertoe vergemakkelijkt zij onder meer de financiering van projecten tot ontwikkeling van minder ontwikkelde gebieden. De Europese Investeringsbank bezit rechtspersoonlijkheid en de leden ervan zijn de lidstaten.
Verkozen door het Europees Parlement, bij wie Europese burgers, bedrijven of instellingen een klacht over wanbeheer van een Europese instelling kunnen indienen (artikel 228 EU-Werkingsverdrag). Deze stelt naar aanleiding van de klacht een onderzoek in en brengt verslag uit aan de betrokken instelling en aan het Europees Parlement.
Instelling van de EU, bestaande uit de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten van de Europese Unie, zijn voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie (artikel 15 EU-Verdrag). De Europese Raad komt minstens vier keer per jaar bijeen om de algemene politieke beleidslijnen vast te stellen. Wordt voorgezeten door een gekozen ‘vaste’ voorzitter, niet door het roulerend voorzitterschap.
De Rekenkamer is een instelling van de EU, gevestigd in Luxemburg. De Rekenkamer controleert of de EU-middelen, die afkomstig zijn van de belastingbetaler, op legale en zuinige wijze en voor het doel waarvoor ze waren bestemd, worden besteed. Zij zorgt ervoor dat de belastingbetaler zoveel mogelijk waar voor zijn geld krijgt en heeft het recht om iedere persoon of organisatie die EU-gelden hanteert te controleren. De Rekenkamer telt een lid uit elke lidstaat. Zie voor meer informatie de ECER-pagina over de Europese Rekenkamer.
Ziet erop toe dat alle instellingen en organen van de EU de EU-regels op het gebied van privacybescherming respecteren. Engels: European Data Protection Supervisor (EDPS). Zie voor meer informatie de ECER-pagina over de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
De Europese Unie (EU) is opgericht bij het Verdrag van Maastricht (1993) en heeft in de loop der jaren vergaande bevoegdheden gekregen op het terrein van buitenlandse zaken, defensie, justitie en binnenlandse zaken. Bij het Verdrag van Lissabon (2009) volgde de EU ook de Europese Gemeenschap op, waarvan de uitgebreide bevoegdheden overgingen op de EU. De EU heeft eigen instellingen waaraan de lidstaten een deel van hun soevereiniteit hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Europese Raad, de Raad en het Hof van Justitie. Sinds 1 februari 2020 telt de EU 27 lidstaten.
Europol, de Europese Politiedienst, werd in 1992 opgericht om informatie over criminaliteit in Europa te verwerken. Europol is een agentschap van de EU en is in Den Haag gevestigd. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over Europol.
Bureau voor de statistiek van de Europese Unie. Verzamelt en publiceert statistische informatie ten behoeve van de taken van de EU.
De Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van de landen die de euro als munt hebben, vormen het Eurosysteem.
De Eurowob is de in Nederland populaire benaming van EU-verordening 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De naam refereert aan de Wob, de afkorting voor de Nederlandse Wet openbaarheid van bestuur.
Europese Vrijhandelsassociatie (EVA of EFTA), een organisatie die in 1960 is opgericht om de vrije handel in goederen tussen de aangesloten landen te bevorderen. Er waren oorspronkelijk zeven EVA-landen: Oostenrijk, Denemarken, Noorwegen, Portugal, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk (VK). Finland trad in 1961 toe, IJsland in 1970 en Liechtenstein in 1991. In 1973 verlieten het Verenigd Koninkrijk en Denemarken de EVA om toe te treden tot de EEG (zie hierboven). Zij werden gevolgd door Portugal in 1986 en door Oostenrijk, Finland en Zweden in 1995. Thans zijn de EVA-leden IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.
Algemeen beginsel van EU-recht, op grond waarvan de inhoud en vorm van het optreden van de EU niet verder mag gaan dan wat nodig is om het beoogde doel te verwezenlijken. Ook: proportionaliteitsbeginsel. Zie voor meer informatie deze ECER-pagina over het evenredigheidsbeginsel.
Europees Veiligheids en Defensiebeleid.
Europese Volkspartij (Engels: EPP). Een fractie in het Europees Parlement die voornamelijk bestaat uit conservatieve partijen.
Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. Het EVRM is een verdrag in het kader van de Raad van Europa. Het EVRM is dus geen EU-verdrag. Ook is de EU geen partij bij het EVRM, maar de normen ervan moeten wel worden geëerbiedigd door de EU-instellingen. In het EU-Verdrag is vastgelegd dat de EU formeel zal toetreden tot het EVRM.
Als de Europese Unie exclusief bevoegd is, is het een lidstaat niet toegestaan zelf op te treden op dat terrein. Artikel 3 van het EU-Werkingsverdrag beschrijft de gebieden waarop de EU exclusief bevoegd is op te treden: de douane-unie; de vaststelling van mededingingsregels die voor de werking van de interne markt nodig zijn; het monetair beleid voor de lidstaten die de euro als munt hebben; de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid; de gemeenschappelijke handelspolitiek. Op deze gebieden is de EU ook exclusief bevoegd verdragen te sluiten met derde landen en internationale organisaties. Ook is de Unie exclusief bevoegd verdragen te sluiten als een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet, als de sluiting noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit de oefenen of als de sluiting gevolgen gevolgen kan hebben voor regels van de Unie of de strekking daarvan kan wijzigen.
In EU-verband wordt hiermee gedoeld op de bevoegdheid van de EU om extern op te treden, dat wil zeggen samenwerkingsafspraken te maken en verdragen te sluiten met derde landen en internationale organisaties. Zie voor meer informatie het ECER-dossier over externe betrekkingen.
06-06-2025
Het voorjaarspakket analyseert de belangrijkste economische en sociale uitdagingen in de hele EU en biedt de lidstaten beleidsrichtsnoeren om het concurrentievermogen, de welvaart en de veerkracht te versterken. Daartoe ...
02-12-2024
Het najaarspakket is een belangrijke stap in de verwezenlijking van de doelstellingen van de in april 2024 aangenomen hervorming om het economische EU-governance kader eenvoudiger, transparanter en doeltreffender te maken, ...
13-09-2024
Het pakket overeenkomsten en protocollen brengt onder meer nieuwe financiële middelen voor projecten in de begunstigde staten van de Europese Economische Ruimte, die de economische en sociale verschillen in de EER moeten ...