Europese Commissie beëindigt staatssteunonderzoek naar belastingrulings in de zaken Fiat, Amazon en Starbucks

Contentverzamelaar

Europese Commissie beëindigt staatssteunonderzoek naar belastingrulings in de zaken Fiat, Amazon en Starbucks

Naar aanleiding van arresten van het EU-Hof en het EU-Gerecht heeft de Europese Commissie geconcludeerd dat de betreffende belastingrulings de betreffende bedrijven geen selectieve voordelen hebben verleend. De Europese Commissie heeft daarom de lopende drie diepgaande staatssteunonderzoeken naar de belastingrulings inzake verrekenprijzen voor Fiat en Amazon (steunbeschikkingen afgegeven door Luxemburg) en Starbucks (afgegeven door Nederland) afgesloten.

In oktober 2015 (zie persbericht) stelde de Europese Commissie vast dat een belastingruling van Luxemburg Fiat een 2012 een selectief voordeel had verleend en de op het bedrijf rustende belastingdruk sinds 2012 ten onrechte met 20-30 miljoen euro had verlaagd. In november 2022 vernietigde het EU-Hof (zaak C-885/19 P en C-898/19 P; zie onder meer dit ECER-bericht) een arrest van het EU-Gerecht uit 2019, dat het besluit van de Commissie van 2015 bevestigde. Daarbij verklaarde het EU-Hof het besluit nietig. Het EU-Hof oordeelde dat de Commissie in haar onderzoek onjuiste parameters had gebruikt.

In oktober 2015 (zie persbericht) stelde de Commissie vast dat een belastingruling van de Nederlandse autoriteiten  Starbucks  in 2008 een selectief voordeel had verleend, waardoor de op het bedrijf rustende belastingdruk sinds 2008 ten onrechte met 20-30 miljoen euro was verlaagd. In september 2019 verklaarde het EU-Gerecht het besluit van de Commissie nietig (zaak T-760/15 en T-636/16; zie ook dit ECER-bericht), waarbij het vaststelde dat de Commissie niet had aangetoond dat de belastingruling van Nederland Starbucks een selectief voordeel verleende.

In oktober 2017 (zie persbericht) oordeelde de Commissie dat een in 2003 afgegeven en in 2011 verlengde belastingruling van Luxemburg de belasting die Amazon in Luxemburg moest betalen ten onrechte met ongeveer 250 miljoen euro had verlaagd. In mei 2021 verklaarde het Gerecht het besluit van de Commissie nietig, waarbij het vaststelde dat de Commissie niet had aangetoond dat er sprake was van een selectief voordeel. De nietigverklaring werd in december 2023 door het EU-Hof bevestigd (zaak C-457/21 P; zie ook dit ECER-bericht).

In elk van de zaken kwam de Europese Commissie dus initieel tot de conclusie dat een belastingruling van de nationale belastingdienst de door het betrokken bedrijf te betalen belasting kunstmatig verlaagde, en dat de drie bedrijven dus een selectief voordeel ten opzichte van andere ondernemingen hadden, hetgeen leidde tot de conclusie dat de belastingrulings in strijd zouden zijn met de Europese staatssteunregels. Belastingrulings die een selectief voordeel aan specifieke bedrijven verlenen kunnen namelijk de concurrentie op de EU-interne markt verstoren.

Uiteindelijk verklaarden de EU-rechters dus het oorspronkelijke besluit van de Commissie in alle drie de zaken nietig. De diepgaande staatssteunonderzoeken van de Commissie waren echter nog niet afgesloten. In het licht van het oordeel van de Europese rechters heeft de Europese Commissie op 28 november 2024 drie definitieve besluiten in de betrokken zaken vastgesteld. In die besluiten beëindigt de Commissie haar diepgaande onderzoeken en bevestigt ze dat de belastingrulings van Luxemburg en Nederland inzake respectievelijk Fiat, Amazon en Starbucks geen selectieve belastingvoordelen hebben verleend die in strijd zijn met de EU-staatssteunregels.  De betreffende besluiten komen binnenkort beschikbaar onder de zaaknummers SA.38375 (Fiat), SA.38374 (Starbucks) en SA.38944 (Amazon) in het staatssteunregister op de website van DG Concurrentie van de Europese Commissie.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Staatssteun