ERK analyse constateert hoog foutenpercentage bij EU-cohesie-uitgaven in de periode 2014-2020 door gebrekkige controlesystemen

Contentverzamelaar

ERK analyse constateert hoog foutenpercentage bij EU-cohesie-uitgaven in de periode 2014-2020 door gebrekkige controlesystemen

Tijdens de vorige EU-begrotingsperiode (2014-2020) bestonden de cohesie-uitgaven uit meer dan een derde van de EU-begroting. Volgens de analyse van de Europese Rekenkamer is het cohesiebeleid hét EU-begrotingsterrein waarbinnen de meeste uitgavenfouten worden waargenomen. Volgens de analyse is dat te wijten aan gebreken in de controles die door de lidstaten en de Europese Commissie worden uitgevoerd.

Het betreft Analyse 03/2024 getiteld ‘ Een overzicht van het zekerheidskader en de belangrijkste factoren die hebben geleid tot fouten in de cohesie-uitgaven voor 2024-2020 ’ van de Europese Rekenkamer (ERK) die op 8 juli 2024 is gepubliceerd. De analyse is in te zien via de website van de ERK.

Achtergrond
De EU werkt met langetermijnbegrotingen (zie ook dit ECER-dossier) waarbij telkens een begrotingscyclus voor een periode van zeven jaar wordt vastgesteld. Onder de EU-financiering valt onder meer de financiering op basis van het cohesiebeleid. Het doel van cohesiebeleid is om sociale, economische en territoriale ongelijkheden tussen lidstaten en regio’s binnen de EU te verkleinen. Al jaren blijkt echter dat er op dit terrein de meeste fouten worden gemaakt bij de besteding van EU-gelden. Op het terrein van EU-cohesie blijken het vaakst dat middelen niet in overeenstemming met nationale en EU-wetgeving worden besteed.

De besteding van cohesiemiddelen is onderworpen aan een gelaagd controlesysteem. Cohesiefondsen zijn namelijk in gezamenlijk beheer van enerzijds de Commissie als eindverantwoordelijke over de EU-begroting en anderzijds de lidstaatautoriteiten. Gedurende de begrotingscyclus van 2014-2020 vertrouwde de Europese Commissie voor haar controlewerkzaamheden op het werk van de lidstaten. Dat betekende dat elke ‘controlelaag’ voortborduurde op de werkzaamheden die op het vorige niveau waren uitgevoerd.

Het geschatte foutenpercentage betreft een schatting van het bedrag dat niet in overeenstemming met de EU- en de nationale regels is besteed. In de begrotingscyclus van 2007-2013 bedroeg het foutenpercentage in cohesie-uitgaven nog 6 procent. Hoewel dat percentage volgens de analyse voor de periode 2014-2020 al is gedaald naar 4,8 procent, is dat nog ruim boven de foutmargedrempel van 2 procent die in EU-wetgeving is afgesproken (zie artikel 28, lid 11 van Gedelegeerde EU-Verordening nr. 480/2014 ). In 2022 bedroeg het foutenpercentage zelfs 6,7 procent.

De analyse van de ERK
De ERK heeft onderzoek gedaan naar uitgaven op cohesieterrein voor de meerjarenbegroting van 2014-2020. Daarbij komt de ERK tot de conclusie dat het consistent hoge foutenpercentage bij uitgaven voor het cohesiebeleid te verklaren valt door gebreken in het systeem van controles op dit terrein.

Het systeem voor controles of EU-middelen wel volgens de regels worden besteed bestaat uit een gelaagd piramidesysteem. De eerste laag controles wordt uitgevoerd door de beheersautoriteiten van de lidstaten. Volgens de ERK vertoonden deze controles tekortkomingen en had in ieder geval meer dan 33 procent van de ontdekte fouten in de periode 2017-2022 voorkomen kunnen worden. De tweede laag controles wordt uitgevoerd door de eigen controle-instanties van de lidstaten. Ook hier ontdekte de ERK tekortkomingen bij de uitvoering van de controles, variërend qua mate van ernst en aard. Tot slot vormt de Europese Commissie de derde en laatste controlelaag. De controles die zij uitvoert bouwen weer voort op de beperkte controles die op nationaal niveau zijn uitgevoerd. De ERK constateerde tevens dat de mogelijkheden van de Commissie om fouten op te sporen, te corrigeren en te voorkomen eveneens tekortkomingen vertonen. De ERK beveelt de Commissie dan ook aan om het aantal nalevingscontroles ter plaatse op te voeren, zodat onregelmatige uitgaves vaker aan het licht worden gebracht. Verder merkt de ERK op dat de mogelijkheid van de Commissie om financiële correcties toe te passen om de negatieve impact van onregelmatige uitgaven op de Uniebegroting te verkleinen niet op de juiste manier wordt gebruikt. In plaats van direct verlies van financiering voor de betrokken lidstaat, bleek dat lidstaten juist toestemming kregen om de correcties opnieuw te gebruiken voor andere projecten. Dit heeft tot gevolg dat de correcties niet langer een afschrikkende werking hebben en dat lidstaten niet worden gestimuleerd om hun controlesystemen te verbeteren.

De auditors van de ERK stelden vast dat de meeste fouten in cohesie-uitgaven het gevolg waren van niet-subsidiabele uitgaven en projecten en van het niet naleven van staatssteun- en aanbestedingsregels door begunstigden. De drie onderliggende oorzaken van fouten zien volgens de ERK op: 1) onzorgvuldig bestuur door de lidstaten, 2) nalatigheid dan wel opzettelijke niet-naleving door ontvangers van financiering en 3) problemen betreffende de interpretatie van regels.

Tot slot komen de auditors in de analyse tot de conclusie dat er winst te behalen valt bij de controlesystemen van zowel de lidstaten als de Commissie. Daarbij wijzen ze op het feit dat er een hoog risico blijft bestaan op onregelmatige uitgaven.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Europese Rekenkamer
ECER- EU-essentieel : Instellingen en organen - Europese Rekenkamer
ECER-dossier : Begroting
ECER-dossier : Aanbesteden
ECER-dossier : Staatssteun
ECER-bericht: Europese Commissie publiceert het negende cohesieverslag (2 april 2024)