Burgerschap van de Unie

Burgerschap van de Unie: inleiding en inhoudsopgave

Op deze pagina:

Inleiding

Iedereen die de nationaliteit van een EU-lidstaat heeft, is daarmee ook EU-burger (artikel 20, lid 1, EU-Werkingsverdrag). Het EU-burgerschap is een aanvulling op het nationale burgerschap (géén vervanging daarvan). Het is de bevoegdheid van iedere lidstaat om te bepalen onder welke voorwaarden iemand de nationaliteit van dat land kan verkrijgen of verliezen. De verkrijging en het verlies van de Nederlandse nationaliteit is geregeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap (zie voor meer informatie deze website van de Rijksoverheid). 

Het EU-Hof heeft wel geoordeeld dat lidstaten bij de uitoefening van hun bevoegdheid inzake nationaliteit het EU-recht moeten eerbiedingen. Zo blijkt uit de zaak C-135/08, Rottmann dat bij besluiten die kunnen leiden tot het verlies van nationaliteit van een EU-lidstaat via toepassing van een evenredigheidstoets rekening dient te worden gehouden met het bezit van het Europese burgerschap en de daaraan verbonden rechten.

In dit ECER-dossier wordt ingegaan op de aan het EU-burgerschap verbonden rechten, en de rechten die gerelateerd zijn aan het EU-burgerschap. 

Naar boven

Inhoudsopgave