Op deze pagina:
In maart 2020 heeft de Europese Commissie het nieuwe actieplan voor een circulaire economie gepresenteerd. Het actieplan bevat een aantal initiatieven voor de volledige levenscyclus van producten: van het ontwerp en de vervaardiging tot het verbruik, de reparatie, het hergebruik en het recyclen. Het doel van het actieplan is het verminderen van de voetafdruk van de EU wat verbruik betreft en het verdubbelen van het percentage circulair gebruik van materialen in de EU tegen 2030.
In dit ECER-dossier wordt onder meer ingegaan op de maatregelen die de EU heeft vastgesteld op het gebied van de circulaire economie.
Naar boven
Verordening (EU) 2024/1781 bevat een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp waaraan producten moeten voldoen om in de handel te worden gebracht of in gebruik te worden genomen (zie hoofdstuk II van de verordening). De Europese Commissie heeft de bevoegdheid om vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te leggen door middel van gedelegeerde handelingen (artikel 4). De verordening voorziet ook in een digitaal productpaspoort (hoofdstuk III), in de vaststelling van verplichte vereisten inzake groene overheidsopdrachten (artikel 65) en in een kader om te voorkomen dat onverkochte consumptiegoederen worden vernietigd (hoofdstuk VI).
In verordening 305/2011 (de 'bouwproductenverordening') zijn geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten vastgesteld. De bouwproductenverordening waarborgt het vrije verkeer van bouwproducten in de EU. Dit gebeurt door middel van geharmoniseerde technische specificaties, die voorzien in een gemeenschappelijke technische taal voor het testen en communiceren van de prestaties van bouwproducten (bijv. materiaalgedrag bij brand, thermische geleiding of geluidsisolatie). Het gebruik van normen is verplicht wanneer deze in het EU-Publicatieblad worden vermeld. Bouwproducten die onder dergelijke normen vallen, moeten voorzien zijn van een CE-markering die aangeeft dat zij in overeenstemming zijn met de aangegeven prestaties. Dergelijke producten kunnen dan vrij binnen de interne markt van de EU circuleren. De EU-lidstaten mogen geen extra merken, certificaten of tests vereisen.
De beschikbare geharmoniseerde beoordelingsmethoden voor de prestaties van bouwproducten bestrijken op dit moment slechts enkele elementen die verband houden met de milieueffecten, zoals verontreiniging, maar zijn niet vastgesteld met het oog op het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Verder biedt de huidige bouwproductenverordening geen mogelijkheden om milieutechnische, functionele en veiligheidstechnische vereisten voor bouwproducten vast te stellen. De mogelijkheden van de sector om op consistente en geharmoniseerde wijze de prestaties van de eigen producten aan te geven en de producten op basis van de klimaat-, milieu- en duurzaamheidsprestaties te differentiëren worden door de huidige bouwproductenverordening aanzienlijk beperkt. Daarnaast beperkt de bouwproductenverordening de mogelijkheden voor de lidstaten om nationale vereisten voor gebouwen vast te stellen of criteria inzake duurzaamheidsdoelstellingen in overheidsopdrachten op te nemen.
Op 30 maart 2022 heeft de Commissie een voorstel gepresenteerd voor een herziening van de bouwproductenverordening, om tegemoet te komen aan de hiervoor geschetste problemen. Met name in artikel 22 van het voorstel worden de milieuverplichtingen van fabrikanten van bouwproducten vastgesteld, met inbegrip van de verplichting om de in bijlage I, deel A, punt 2, vermelde verplichte duurzaamheidskenmerken, het aardopwarmingsvermogen en de prestatiegebaseerde vereisten of het minimumgehalte aan gerecycleerd materiaal aan te geven. Na de vaststelling van gedelegeerde handelingen voor een bepaalde productfamilie geldt voor de fabrikanten ook de verplichting om:
Op 30 maart 2022 heeft de Commissie de EU-strategie voor duurzaam en circulair textiel gepresenteerd. Met de strategie voor duurzaam en circulair textiel is een samenhangend kader en een visie voor de (groene) transitie van de textielsector vastgesteld. De strategie beoogt er onder meer voor te zorgen dat textielproducten die in de EU in de handel worden gebracht, tegen 2030 grotendeels gemaakt zijn van gerecyclede vezels, geen schadelijke stoffen bevatten, en bij de productie ervan de sociale rechten en het milieu zijn gerespecteerd.
Richtlijn 2024/825 strekt ertoe de consumentenrechten te verbeteren en wijzigt daartoe twee richtlijnen die de belangen van de consumenten beschermen: richtlijn 2005/29 (richtlijn oneerlijke handelspraktijken) en richtlijn 2011/83 (richtlijn consumentenrechten). De richtlijn moet oneerlijke handelspraktijken bestrijden die consumenten beletten te kiezen voor groenere of meer circulaire producten en diensten. Voorbeelden van zulke praktijken zijn greenwashing en misleidende claims over producten die minder lang meegaan dan verwacht. De lidstaten moeten richtlijn 2024/825 uiterlijk op 27 maart 2026 hebben omgezet in het nationale recht, en dienen de bepalingen toe te passen vanaf 27 september 2026 (artikel 4).
Op 22 maart 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn gepresenteerd dat voorziet in meer specifieke regels en een aanvulling vormt op richtlijn 2024/825. De voorgestelde richtlijn wordt ook wel de Green Claims Directive genoemd, en bevat gemeenschappelijke criteria waarmee consumenten meer duidelijkheid en zekerheid krijgen dat wanneer iets als een 'groen''product wordt verkocht, het dat ook daadwerkelijk is.
Richtlijn (EU) 2024/1799 voorziet in gemeenschappelijke regels ter versterking van de bepalingen betreffende de reparatie van goederen. De richtlijn bevat een reeks instrumenten en stimulansen om reparatie aantrekkelijker te maken voor de consumenten. Producenten zijn bijvoorbeeld verplicht producten te repareren als dit technisch mogelijk is (artikel 5). Daarnaast voorziet de richtlijn in een vrijwillig reparatieformulier met duidelijke informatie over het reparatieproces (artikel 4). Ook kunnen consumenten via een Europees onlineplatform eenvoudig reparatiediensten vinden (artikel 7). Verder wordt de wettelijke garantie met twaalf maanden verlengd als consumenten voor reparatie kiezen (artikel 16).
Op 30 november 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een verordening gepresenteerd voor een vrijwillig kader voor betrouwbare certificering van hoogwaardige koolstofverwijderingen. De voorgestelde verordening bevat onder meer vier kwaliteitscriteria, waarvan de cumulatieve naleving maakt dat de koolstofverwijdering in aanmerking komt voor certificering. Daarnaast zijn in het voorstel de kernelementen van het verificatie- en certificeringsproces vastgelegd (zie ook het ECER-bericht over het voorstel).
Op 16 oktober 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een verordening betreffende het voorkomen van verliezen van kunststofpellets ter vermindering van verontreiniging door microplastics aangenomen. De maatregelen die de Commissie voorstelt bestaan uit verschillende handelingen die van exploitanten van koolstofpellets worden verwacht. De Commissie hanteert hierbij een specifieke volgorde voor het handelen van de exploitanten, namelijk: het nemen van preventieve maatregelen om lekkages van pellets te voorkomen, de insluiting van eventueel gemorste pellets, en indien nodig, het efficiënt opruimen na een incident.
Bij de transitie naar een meer circulaire economie is het monitoren van belangrijke trends en patronen belangrijk om inzicht te krijgen in hoe de verschillende elementen van de circulaire economie zich in de loop van de tijd ontwikkelen, om succesfactoren te helpen identificeren in de lidstaten en om te beoordelen of voldoende actie is ondernomen. De resultaten van de monitoring moeten de grondslag vormen voor het vaststellen van nieuwe prioriteiten op weg naar de langetermijndoelstelling van een circulaire economie. In 2018 heeft de Commissie een mededeling gepresenteerd, die een monitoringskader vaststelt dat bestaat uit een reeks belangrijke, zinvolle indicatoren die de voornaamste elementen van de circulaire economie vastleggen. In 2023 is dit monitoringskader herzien. In het herziene monitoringskader zijn de aandachtsgebieden van de circulaire economie en de onderlinge verbanden tussen circulariteit, klimaatneutraliteit en de EU-ambitie om alle verontreiniging tot nul terug te brengen, vastgelegd.
18-12-2024
De verordening beschrijft de verplichtingen van fabrikanten, importeurs en andere marktdeelnemers, en versterkt het markttoezicht en de consumentenbescherming. Tegelijkertijd eerbiedigt de verordening het feit dat het recht ...
09-12-2024
De Raad en het Europees Parlement hebben groen licht gegeven voor een verordening over het eerste certificeringskader op EU-niveau voor permanente koolstofverwijderingen, koolstoflandbouw en koolstofopslag in producten. ...
18-11-2024
De Raad en het Europees Parlement hebben een richtlijn aangenomen om de EU-wetgeving inzake burgerlijke aansprakelijkheid te actualiseren. De nieuwe regels houden beter rekening met het feit dat veel producten tegenwoordig ...