Procedures

Procedures bij het EU-Hof

Procedures bij het Hof van Justitie van de EU

In het EU-Werkingsverdrag zijn diverse procedures opgenomen om als nationale overheid, Europese instelling, bedrijf of particulier Europeesrechtelijke verplichtingen te laten (“doen”) naleven of om rechten die voortvloeien uit primaire of secundaire Europese regelgeving te doen eerbiedigen.

Zo kan een nationale rechter door middel van een prejudiciële procedure uitleg over het Europese recht vragen aan het EU-Hof in Luxemburg. Of kan in bepaalde gevallen schadevergoeding worden gevorderd bij de EU-Hoven voor onrechtmatige handelingen van de Europese instellingen en/of lidstaten.

De voor particulieren, instellingen en lidstaten openstaande rechtswegen om schendingen van EU-recht aan te vechten (ook wel genoemd: het EU-rechtsbeschermingsstelsel) beslaan meerdere procedures. Deze worden in dit website-onderdeel kort beschreven.

Het gaat om de volgende procedures (in artikelsgewijze volgorde van plek in het EU-Werkingsverdrag):
* Advieszaken (artikel 218 EU-Werkingsverdrag)
* Hogere voorziening (artikel 256 EU-Werkingsverdrag)
* De inbreukprocedure (artikelen 258-260 EU-Werkingsverdrag)
* Het beroep tot nietigverklaring (artikel 263 EU-Werkingsverdrag)
* Het beroep wegens nalaten (artikel 265 EU-Werkingsverdrag)
* De prejudiciële procedure (artikel 267 EU-Werkingsverdrag
* De procedure voor het inroepen van de exceptie van onwettigheid (artikel 277 EU-Werkingsverdrag)
* De procedure in kort geding (artikelen 278 en 279 EU-Werkingsverdrag

Voor wat betreft nadere informatie over eventuele procedures bijvoorbeeld inzake schadevergoeding wegens niet nakoming van Europees recht of procedures inzake boetes en dwangsommen die gepaard (kunnen) gaan met bovengenoemde procedures: 

* Zie ook het ECER-dossier: Aansprakelijkheid van de EU
* Zie ook het ECER-EU-essentieel-dossier: Inbreukprocedures – Boetes en dwangsommen